60
NE
Scènes selecteren
FADE/WIPE
EFFECT
EDIT IN/OUT
CANCEL
6
Druk op PLAY (U) en vervolgens op R.A.EDIT
ON/OFF op de afstandsbediening.
Het menu voor RA-
montage verschijnt.
7
Als u aan het begin van
de scène een wipe- of
fade-effect gebruikt,
drukt u op FADE/WIPE
op de afstandsbediening.
● Loop door de effecten
door er herhaald op te
drukken en stop wanneer het gewenste effect
wordt weergegeven.
● Het is niet mogelijk om de optie Picture Wipe/
Dissolve aan het begin van Program 1 te gebruiken.
8
Druk aan het begin van de scène op EDIT IN/OUT
op de afstandsbediening. De montagebeginpositie
verschijnt in het menu voor RA-montage.
9
Druk aan het einde van de scène op EDIT IN/
OUT. De eindpositie van de montage verschijnt
in het menu voor RA-montage.
10
Druk op FADE/WIPE als u aan het einde van
de scène een wipe-/fade-effect gebruikt.
● Loop door de effecten door er herhaald op te
drukken en stop wanneer het gewenste effect
wordt weergegeven.
● Als u een wipe-/fade-effect selecteert voor een
montage-eindpunt, wordt het effect automatisch
ook toegepast op het daarop volgende montage-
begingpunt.
● Het is niet mogelijk om de optie Picture Wipe/
Dissolve aan het einde van de laatste scène te
gebruiken.
● Als u fade-/wipe-effecten gebruikt, wordt de
hiervoor benodigde tijd opgenomen in de totale
tijd (dit geldt niet voor Picture Wipe/Dissolve).
11
Als u speciale weergave-effecten gebruikt,
drukt u op EFFECT. (
12
Herhaal stap 8 tot en met 11 als u nog meer
scènes wilt monteren.
● Als u reeds vastgelegde punten wilt wijzigen,
drukt u op CANCEL op de afstandsbediening. De
vastgelegde punten verdwijnen één voor één, te
beginnen met het laatst vastgelegde punt.
● Als u geen wipe-/fade-effect of Programma AE
met speciale effecten gebruikt, herhaalt u alleen
stap 8 en 9.
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN (vervolg)
PLAY
PAUSE
R.A.EDIT
ON/OFF
VCR REC STBY
Geselecteerde instelling
N I
OUT
MODE
1
– –
– – : – – ~
2
~
3
~
4
~
5
~
6
~
7
~
8
~
T I ME
CODE
– – : – –
TOTAL
0
0 : 00
blz. 56)
OPMERKINGEN:
● Wanneer u een scène kiest, dient u de
montagebeginpunten en de montage-eindpunten zo
in te stellen dat er een relatief groot verschil tussen zit.
● Als de zoektijd voor een beginpunt langer duurt
dan vijf minuten, wordt de stand Opnamestand-by
voor het opnemend apparaat geannuleerd en
vindt er geen montage plaats.
● Als er na de montagebegin- en montage-
eindpunten lege gedeelten voorkomen, is het
mogelijk dat er in de gemonteerde versie een
blauw venster verschijnt.
● Aangezien bij tijdcodes er niet nauwkeuriger dan
in seconden wordt gewerkt, is het mogelijk dat de
totale tijdsduur van de tijdcodes niet exact
overeenkomt met de totale programmatijd.
● Als u de camcorder uitzet, worden alle
montagebegin- en montage-eindpunten gewist.
● Als u Sepia of Monotone selecteert bij Programma
AE met speciale effecten, kunt u geen oplos-
("dissolve") of zwartwitfade-effect gebruiken. In
dat geval knippert de oplos- of
zwartwitaanduiding. Wanneer het volgende
montagebeginpunt is vastgelegd, wordt het effect
uitgeschakeld. Als u deze effecten wilt
combineren, gebruikt u Sepia of Monotone tijdens
de opname en past u vervolgens tijdens de RA-
montage het oplos- of zwartwitfade-effect toe.
● Het is niet mogelijk om wipe-/fade-effecten en
Programma AE met speciale effecten te gebruiken
als u RA-montage uitvoert via een DV-kabel.
Menu Picture Wipe/Dissolve
(alleen beschikbaar voor RA-montage)
U kunt niet alleen de wipe/fader-effecten op
pagina 32 gebruiken maar ook de onderstaande
picture wipe- en picture dissolve-effecten.
DISSOLVE: de nieuwe scène verschijnt
geleidelijk terwijl de oude geleidelijk verdwijnt
("oplost").
WIPE – CORNER: de nieuwe scène bedekt
geleidelijk de vorige scène vanuit de
rechterbovenhoek naar de linkerbenedenhoek.
WIPE – WINDOW: de volgende scène vult
vanuit het midden van het scherm in de richting van
de hoeken geleidelijk het scherm en vervangt en
bedekt de vorige scène.
WIPE – SLIDE: de volgende scène bedekt de
vorige scène geleidelijk van rechts naar links.
WIPE – DOOR: de vorige scène wordt vanuit
het midden in twee delen als een schuifdeur naar
rechts en links geschoven waardoor uiteindelijk de
volgende scène het scherm vult.
WIPE – SCROLL: de nieuwe scène bedekt de
vorige scène geleidelijk vanaf de onderkant van het
scherm naar de bovenkant.
WIPE – SHUTTER: de nieuwe scène bedekt de
vorige scène geleidelijk vanaf het midden van het
scherm naar zowel de onder- als de bovenkant.