3. Opnamemodussen
(±: mogelijk, —: niet mogelijk)
Instellen van de
helderheid (Belichting)
Instellen van de
kleurtoon
Defocus Control
Menu's die ingesteld
kunnen worden
1
Zet de modusknop op [¦].
•
De camera zal schakelen naar ofwel de meest recentelijk
gebruikte van de Intelligente Automatische Functie ofwel
Intelligente Automatische Plusfunctie.
2
Lijn het scherm uit met het onderwerp.
•
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert,
wordt de icoon van de scène in kwestie in het blauw
gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert
naar zijn gewoonlijke rode kleur. (Automatische
scènedetectie)
Automatisch werkende functies
∫
•
De volgende functies worden automatisch uitgevoerd om het toestel in staat te stellen optimale
instellingen tot stand te brengen.
–
Scènedetectie
–
Compensatie van de achtergrondverlichting
–
[Gezicht/ogen detecteren]
–
Automatische witbalans
–
Intelligente regeling ISO-gevoeligheid
–
[Rode-ogencorr]
–
[I.resolutie]
–
[Int.dynamiek]
–
[Lang sl.n.red]
–
[Schaduwcomp.]
–
[Diffractiecompensatie]
–
[Quick AF]
–
[AF ass. lamp]
Intelligent Auto Plus
modus
±
±
±
Raadpleeg
86
Intelligent Auto modus
—
—
±
P93
voor details.