11. Gebruik van de Wi-Fi/NFC-functie
Afspelen van beelden in de camera
1
Verbinding met een smartphone
maken.
(P290)
2
Bedien de smartphone.
1 Selecteer [
•
U kunt de weer te geven beelden
omschakelen door de icoon ( A )
linksboven op het scherm te
selecteren. Om de beelden weer te
geven die in de camera opgeslagen
zijn, selecteert u [LUMIX].
2 Raak het beeld aan om het te
vergroten.
•
Als u een film afspeelt, zendt de camera het naar de "Image App" met een gereduceerd
gegevensformaat. Als gevolg verschilt de beeldkwaliteit van die van de daadwerkelijk
opgenomen film. Bovendien kan de beeldkwaliteit verslechteren, afhankelijk van de
smartphone of de gebruiksomstandigheden of kan het geluid verspringen tijdens het afspelen
van film of beeld.
Beelden bewaren die in de camera opgeslagen zijn
1
Verbinding met een smartphone
maken.
(P290)
2
Bedien de smartphone.
1 Selecteer [
•
U kunt de weer te geven beelden
omschakelen door de icoon ( A )
linksboven op het scherm te
selecteren. Om de beelden weer te
geven die in de camera opgeslagen
zijn, selecteert u [LUMIX].
2 Raak een beeld aan, blijf het
aanraken en versleep het om het te
bewaren.
•
De functie kan toegekend worden aan de bovenkant, de onderkant, links of rechts, al
naargelang uw voorkeur.
•
Foto's in het RAW-formaat, AVCHD-films, MP4-films met een [Opn. kwaliteit]-formaat van [4K]
en 4K-burst-bestanden kunnen niet bewaard worden.
•
3D-beelden (MPO-formaat) zullen als 2D-beelden (JPEG-formaat) bewaard worden.
].
].
298