5. Instellingen van brandpunt en helderheid (belichting)
Instellen van de positie van de AF-zone/veranderen van de maat van de
AF-zone
Toepasbare modi:
Als [š], [
], [Ø] of [
het formaat van de AF-zone veranderen.
•
Doe dit na de Touch-sluiterfunctie te hebben geannuleerd.
•
Als de instelling gemaakt wordt met bediening door aanraking, zet [Touch AF] in [Touch inst.]
van het [Voorkeuze]-menu dan op [AF].
•
De puntfocussing kan ook verplaatst worden om overeen te komen met de AF-zone wanneer
de [Meetfunctie]
(P171)
Aan de rand van het scherm kan het focussen beïnvloed worden door de helderheid rondom
de AF-zone.
In deze gevallen niet beschikbaar:
•
Wanneer u de digitale zoom gebruikt, kunnen de positie en de maat van de AF-zone niet
veranderd worden.
Verplaatsen/niet verplaatsen van de AF-zone met de cursorknop
>
[Voorkeuze] > [Direct focuspunt] > [ON]/[OFF]
MENU
Als [š], [
] of [Ø] geselecteerd is, kan de AF-zone verplaatst worden; als [
geselecteerd is, kan de uitvergrote positie verplaatst worden.
•
Om de onderdelen in te stellen die gebruik maken van de cursorknoppen, zoals
[Aandrijfstand], [Witbalans], of [Gevoeligheid] kunt u in plaats daarvan het Quick Menu
gebruiken.
•
[Direct focuspunt] is in de volgende gevallen vastgezet op [OFF].
–
Creative Control modus
] in de Auto Focusmodus geselecteerd is, kunt u de positie en
ingesteld is op [
].
150
]
(P66)