Bediening
Instelscherm 4 4 4
Instelscherm
Instelscherm
Gebruik dit scherm om te specificeren hoe het
systeem reageert als de pomp begint te werken
buiten de druk- en debietinstellingen die zijn
ingesteld op Instelscherm 2 en Instelscherm 3.
De bedrijfsmodus (druk of debiet, ingesteld op
instelscherm 1) bepaalt welke velden actief zijn.
Figure 25 Instelscherm 4
Figure 26 Menu Alarmvoorkeuren
•
/
Limiet:
Limiet: de pomp blijft draaien en geeft geen
Limiet:
waarschuwingen aan.
– Maximumdruk ingesteld op grens: het systeem
vermindert het debiet indien nodig om te
voorkomen dat de druk de grens overschrijdt.
– Maximumdebiet ingesteld op grens: het
systeem vermindert de druk indien nodig om te
voorkomen dat het debiet de grens overschrijdt.
– Minimumdruk of -debiet ingesteld op grens:
Het systeem onderneemt geen actie. Gebruik
deze instelling als een minimale druk- of
debietinstelling niet gewenst is.
•
Afwijking:
Afwijking: Het systeem meldt het probleem,
Afwijking:
maar de pomp kan blijven draaien buiten de
maximum- of minimuminstellingen totdat de
absolute druk- of debietgrenzen van het systeem
bereikt zijn.
•
Alarm: Het systeem wijst u op de oorzaak van
Alarm:
Alarm:
het alarm en schakelt de pomp uit.
34
Toets instelscherm
instelscherm 4 4 4
Toets
Toets
instelscherm
Het drukalarm inschakelen:
• Regel 1 (maximumdruk): Selecteer
Limiet
Limiet
Limiet, Afwijking
Afwijking
Afwijking of Alarm
Alarm.
Alarm
Stel het maximumdebiet in op
Alarm
Alarm voor regeling in het geval
Alarm
van overtoeren. Als het debiet het
maximum ingevoerd in instelscherm 3
overschrijdt gedurende vijf seconden,
wordt er een alarmsymbool
scherm weergegeven en wordt de
pomp uitgeschakeld.
• Regel 2 (minimumdruk): Selecteer
Limiet
Limiet
Limiet, Afwijking
Afwijking
Afwijking of Alarm
Alarm.
Alarm
Stel het minimumdebiet in op Afwijking
om een verstopt filter of een verstopte
leiding te detecteren. Als het debiet
onder het minimum ingevoerd in
instelscherm 3 zakt, wordt er een
afwijkingssymbool
weergegeven dat u waarschuwt dat er
actie moet ondernomen worden. De
pomp blijft draaien.
Het debietalarm inschakelen:
• Regel 3 (maximumdebiet): Selecteer
Limiet, Afwijking
Afwijking of Alarm
Alarm.
Limiet
Limiet
Afwijking
Alarm
Stel de maximumdruk in op Limiet
om te voorkomen dat de aangesloten
apparatuur niet overmatig wordt belast.
• Regel 4 (minimumdebiet): Selecteer
Limiet
Limiet
Limiet, Afwijking
Afwijking of Alarm
Afwijking
Alarm.
Alarm
Stel de minumumdruk in op Alarm
regeling in het geval van overtoeren.
Als er een slang barst, blijft de pomp
met hetzelfde toerental draaien, maar
daalt de tegendruk. Als de druk onder
het minimum ingevoerd in instelscherm
2 zakt, wordt er een Alarmsymbool
op het scherm weergegeven en
schakelt de pomp uit.
Stel de maximale druk in op Afwijking
om een verstopt filter of een verstopte
leiding te detecteren. Wanneer de
druk het maximum ingevoerd in
instelscherm 2 overschrijdt, wordt
er een Afwijkingssymbool
het scherm weergegeven om de u
te waarschuwen dat er actie moet
ondernomen worden. De pomp blijft
draaien.
Druk om de selecties te accepteren.
Deze displaytoets is standaard uit-
geschakeld en verschijnt alleen wanneer
het vakje Profielvergrendeling
Profielvergrendeling is in-
Profielvergrendeling
geschakeld in
Instelscherm 20, page
Druk hierop om het zojuist bewerkte
profiel te activeren.
op het
Afwijking
Afwijking
op het scherm
Alarm voor
Alarm
Afwijking
Afwijking
op
46.
3A4341H