Spotfocus
U kunt het brandpunt selecteren en
aanpassen en het richten op een onderwerp
dat zich niet in het midden van het scherm
bevindt.
Raak het onderwerp aan waarvan u de
scherpstelling wilt aanpassen.
Om de scherpstelling automatisch aan te
passen, raakt u [Autom.] aan.
Opmerkingen
[Scherpstellen] wordt automatisch ingesteld op
[Handmatig].
Belichting
U kunt de helderheid van een beeld
handmatig vastleggen. Regel de helderheid
wanneer het onderwerp te helder of te
donker is.
Raak
/
aan om de helderheid aan
te passen.
Om de belichting automatisch aan te
passen, raakt u [Autom.] aan.
Tips
U kunt ook handmatig aanpassen met de
MANUAL-knop (p. 41).
Scherpstellen
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen. Selecteer deze optie als u
gericht wilt scherpstellen op een bepaald
onderwerp.
Raak
(onderwerp dichtbij)/
(onderwerp veraf) aan om de scherpstelling
aan te passen.
Om de scherpstelling automatisch aan te
passen, raakt u [Autom.] aan.
Opmerkingen
Wanneer u [Scherpstellen] instelt op
[Handmatig], wordt weergegeven.
Voor een goede scherpstelling bedraagt
de minimale afstand tussen de camcorder
en het onderwerp ongeveer 1 cm voor
groothoekopnamen en ongeveer 80 cm voor
teleopnamen.
Tips
verschijnt wanneer niet dichter scherp kan
worden gesteld en
verder scherp kan worden gesteld.
Het is eenvoudiger om scherp te stellen op het
onderwerp door de motorzoomknop naar T
(teleopname) te bewegen om de scherpstelling
aan te passen en vervolgens naar W (groothoek)
om de zoomfunctie aan te passen voor de
opname. Om een onderwerp van dichtbij te
filmen, beweegt u de motorzoomknop naar W
(groothoek) en stelt u vervolgens scherp.
De scherpstelafstand (afstand tot het onderwerp
waarop scherp is gesteld; bedoeld als richtlijn
wanneer moeilijk kan worden scherpgesteld in
het donker) verschijnt enkele seconden in de
volgende gevallen. (Deze informatie wordt niet
correct weergegeven wanneer een conversielens
(los verkrijgbaar) wordt gebruikt.)
NL
79
verschijnt wanneer niet