AUTODOME 7000
9
Het plafondmontagesysteem installeren
9.1
Omschrijving
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de camera in een plafondmontageset moet worden
geïnstalleerd. De AUTODOME camera voor plafondmontage is geschikt voor gebruik in
luchtbehandelingsruimten. Raadpleeg Installatie van de wand-, hoek- en mast-
(paal-)montageplaat voor de boogarm, Pagina 24, of raadpleeg Installeren van de dakrand- en
buissteunen, Pagina 40 voor deze specifieke installaties.
9.2
Afmetingen
9.3
Een gipsplaten plafond op installatie voorbereiden
1.
2.
9.4
Een verlaagd plafond op installatie voorbereiden
Gebruik de VGA-IC-SP-ondersteuningsset om de camerabehuizing voor plafondmontage in een
verlaagd plafond of systeemplafond te monteren. U dient deze set apart aan te schaffen.
1.
2.
3.
Afbeelding 9.1: Beugelsysteem voor verlaagd plafond (bovenaanzicht)
1
2
Bosch Security Systems, Inc.
Kies de gewenste locatie om de camera te monteren.
Gebruik de voetplaat van de beugel als sjabloon om een een gat van 7,1 inch met een
speling van ±1/8 inch (180,34 mm ±2,2 mm) in het plafond te zagen, met behulp van een
speciale handzaag voor gipsplaat of een figuurzaag. Ga verder naar De interfacebox
bekabelen, Pagina 61, voor nadere instructies.
Kies de gewenste locatie voor montage van de dome en verwijder een aangrenzend
plafondelement.
Draai de vier (4) bevestigingsschroeven in de hoeken van het beugelsysteem zo ver los
dat de ophangstangen vast blijven zitten, maar er tijdens de installatie toch voldoende
ruimte voor afstelling is.
Plaats het beugelsysteem op het plafondelement waarin de camera wordt gemonteerd.
Bevestig vervolgens de stangklemmen van het beugelsysteem aan de plafondrails.
A
Ophangstangen
3
Voetplaat
4
Bevestigingsschroe
f (4)
Stangklemmen
Bedieningshandleiding
Het plafondmontagesysteem installeren | nl
59
2015.01 | 2.1 |