118
nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd
Referentiecontrole
U kunt een referentiebeeld opslaan dat continu met het huidige videobeeld wordt vergeleken.
Als het huidige videobeeld in de gemarkeerde gebieden van het referentiebeeld verschilt,
wordt een alarm geactiveerd. Zo kunt u sabotage detecteren die anders niet zou worden
opgemerkt, bijvoorbeeld als de camera is gedraaid.
1.
2.
3.
4.
Verdwijnende randen
Het in het referentiebeeld geselecteerde gebied moet een belangrijke structuur bevatten. Als
deze structuur is verborgen of verplaatst, activeert de referentiecontrole een alarm. Als het
geselecteerde gebied te homogeen is, zodat de verborgen of verplaatste structuur geen alarm
activeert, wordt er onmiddellijk een alarm geactiveerd om aan te geven dat het referentiebeeld
niet klopt.
Verschijnende randen
Selecteer deze optie als het geselecteerde gedeelte van het referentiegebied een grotendeels
homogeen oppervlak bevat. Als in dit gebied structuren verschijnen, wordt een alarm
geactiveerd.
Gebied kiezen
U kunt de gebieden in het referentiebeeld selecteren die moeten worden bewaakt. Het
videobeeld is onderverdeeld in 858 vierkante velden. U kunt elk van deze velden afzonderlijk
in- of uitschakelen.
Aanwijzing!
Selecteer alleen die gebieden voor referentiebewaking waarin geen beweging plaatsvindt en
die altijd regelmatig zijn verlicht, zodat geen ongewenste alarmen kunnen worden
geactiveerd.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
2015.01 | 2.1 |
Klik op Reference (Referentie) om het op dat moment zichtbare videobeeld als referentie
op te slaan.
Klik op Select Area (Gebied kiezen) en selecteer de gebieden in het referentiebeeld die
moeten worden bewaakt.
Schakel het selectievakje Reference check (Referentiecontrole) in om de voortdurende
controle te activeren. Het opgeslagen referentiebeeld wordt in zwart-wit onder het
huidige videobeeld weergegeven en de geselecteerde zones worden geel gemarkeerd.
Selecteer de optie Disappearing edges (Verdwijnende randen) of Appearing edges
(Verschijnende randen) om de referentiecontrole opnieuw te specificeren.
Klik op Gebied kiezen om de sensorvelden te configureren. Er wordt een nieuw venster
geopend.
Klik, indien nodig, eerst op Alles wissen om de huidige selectie (geel gemarkeerde
velden) te wissen.
Klik met de linkermuisknop op de velden die moeten worden geactiveerd. Geactiveerde
velden worden geel gemarkeerd.
Klik indien nodig op Alles selecteren om het hele videoframe te selecteren voor
bewaking.
Klik met de rechtermuisknop op de velden die u wilt uitschakelen.
Klik op OK om de configuratie op te slaan.
Klik op de knop Sluiten (X) in de titelbalk van het venster om het venster te sluiten
zonder de wijzigingen op te slaan.
Bedieningshandleiding
AUTODOME 7000
Bosch Security Systems, Inc.