104
nl | Configuratie via IP, modus Geavanceerd
Turbo-modus
Selecteer Aan om de camera in de Turbo-modus te zetten wanneer een operator de camera
handmatig draait of kantelt. In deze modus kan de camera draaien met een maximumsnelheid
van 400° per seconde en kantelen met een snelheid van maximaal 300° per seconde.
Tracker Zoom Threshold [%] (Drempelwaarde zoomen Volger [%])
Deze parameter bepaalt het percentage van de zoomverhouding waarmee de camera uitzoomt
nadat Time-out volger stopt met volgen, of als Intelligent Tracking het zicht op een object dat
wordt gevolgd verliest. Dit zorgt ervoor dat de camera het doel weer in een nieuw, breder
gezichtsveld (FoV) krijgt. De instellingen variëren van 0 tot 100. De standaardwaarde is 50.
Tracker Timeout [sec] (Time-out volger [sec])
Deze parameter zorgt ervoor dat de camera in een bepaald gebied na het opgegeven aantal
seconden stopt met het volgen van de beweging van bepaalde voorwerpen, zoals een boom of
een vlag in de wind. De instellingen variëren van 5 tot 120. De standaardwaarde is 30.
Limiet AutoPan links
Hiermee stelt u de linkergrenswaarde van de Autopan van de camera in. Gebruik het
voorbeeldvenster om de camera naar de linkergrenswaarde te bewegen en klik op de knop. De
camera zal in de modus Auto Pan tussen grenswaarden (AUX 2 ON) niet voorbij deze
grenswaarde bewegen.
Limiet AutoPan rechts
Hiermee stelt u de rechtergrenswaarde van de Autopan van de camera in. Gebruik het
voorbeeldvenster om de camera naar de rechtergrenswaarde te bewegen en klik op de knop.
De camera zal in de modus Auto Pan tussen grenswaarden (AUX 2 ON) niet voorbij deze
grenswaarde bewegen.
Limiet voor omhoog kantelen
De bovenste kantelgrenswaarde van de camera instellen. Gebruik het voorbeeldvenster om de
camera naar de kantelgrenswaarde te bewegen en klik op de knop.
Kantellimieten
Klik op de knop Resetten om de bovenste kantelgrenswaarde te wissen.
Tour A / Tour B
Start en stopt de opname van een opgenomen (bewakings)tour.
De AutoDome is geschikt voor twee (2) opgenomen tours. Een opgenomen tour bespaart u
alle handmatige camerabewegingen die tijdens de opname worden gemaakt, inclusief de
draai-, kantel- en zoomsnelheden en andere wijzigingen van de objectiefinstellingen. De tour
legt geen camerabeelden vast tijdens het opnemen van de tour.
Opmerking 1: u kunt in totaal 15 minuten aan opgenomen acties tussen de twee tours
opslaan.
Een tour opnemen:
1.
2.
3.
4.
5.
Noordpunt
Klik op de knop Instellen om het bestaande Noordpunt te overschrijven.
Klik op de knop Standaard om het Noordpunt te resetten naar de fabrieksinstellingen.
2015.01 | 2.1 |
Klik op de knop Start Recording (Opname starten). U wordt gevraagd of u de bestaande
tour wilt overschrijven.
Klik op Yes (Ja) om de bestaande tourbewegingen te overschrijven.
Klik op de koppeling View Control (Weergaveregeling) onder het deelvenster van het
beeld om toegang te krijgen tot de navigatie- en zoomregeling.
Gebruik het dialoogvenster View Control (Weergaveregeling) om de nodige
camerabewegingen te maken.
Klik op de knop Stop Recording (Opname stoppen) om alle acties op te slaan.
Bedieningshandleiding
AUTODOME 7000
Bosch Security Systems, Inc.