AUTODOME 7000
16
Problemen oplossen
Raadpleeg het volgende schema, wanneer er problemen opduiken bij het bedienen van uw
AUTODOME camera. Neem contact op met een geautoriseerd technicus wanneer u het
probleem met behulp van onderstaande tabel niet krijgt opgelost.
Probleem
Buitenring moet
worden verwijderd.
Het scherm blijft leeg.
Het beeld op het
scherm is wazig.
Het contrast op het
scherm is te laag.
Het beeld op het
scherm knippert.
Het beeld op het
scherm is vervormd.
Geen video
Geen camerabesturing
Camera beweegt bij
het bewegen van
andere camera's
Bosch Security Systems, Inc.
Vragen die gesteld kunnen worden/acties om het probleem op te lossen
Maak gebruik van een schroevendraaier met platte kop om de klemmen naar
buiten te duwen en tegelijkertijd voorzichtig de rand van de buitenring naar
beneden te duwen.
Zijn het netsnoer en de kabel tussen de camera en de monitor correct
aangesloten?
Is het objectief vuil? Zo ja, maakt het objectief schoon met een zachte, schone
doek.
Pas de contrastinstellingen van de monitor aan. Wordt de camera blootgesteld
aan fel licht? Zo ja, wijzig de camerapositie.
Staat de camera direct op de zon of op fluorescerend licht gericht? Zo ja, wijzig
de camerapositie.
Is de voedingsfrequentie correct gesynchroniseerd? Wanneer de
voedingsfrequentie niet correct is ingesteld, kan de synchronisatiemodus van
lijnsynchronisatie niet worden gebruikt. Stel de synchronisatiemodus in op de
INT.NTSC model-voedingsfrequentie in LL-modus: 60 Hz.
–
Controleer of de netspanning naar de voedingskast is ingeschakeld.
–
Controleer of u een webpagina hebt.
Als dit niet het geval is, hebt u mogelijk een onjuist IP-adres. Gebruik
Configuration Manager om het juiste IP-adres te identificeren.
Als dit klopt:
–
Controleer of er een 24 V-uitgang van de transformator aanwezig is.
Als dit klopt:
–
Controleer de integriteit van alle draden en bijpassende connectoren naar de
camera.
–
Controleer of de LAN-kabel een goede verbinding heeft en bevestigd is.
–
Vernieuw de browser en controleer of de video is bijgewerkt.
–
Voor analoge camera's: schakel de camera uit en weer in.
Voor IP-camera's: ping het IP-adres van de camera en probeer opnieuw de
camera te besturen.
–
Controleer of het IP-adres van de camera juist is ingesteld.
Als het IP-adres van de camera niet is ingesteld:
–
Gebruik Configuration Manager om te controleren of de twee camera's niet
hetzelfde IP-adres hebben. Als dit het geval is, verandert u het adres van een
van de camera's.
Bedieningshandleiding
Problemen oplossen | nl
147
2015.01 | 2.1 |