AUTODOME 7000
Waarschuwing!
Breng de externe aansluitkabels aan in overeenstemming met NEC, ANSI/NFPA70 (voor
toepassing in de VS), Canadian Electrical Code, Part I, CSA C22.1 (voor toepassing in
Canada) en in overeenstemming met de plaatselijk geldende normen voor alle overige landen.
!
Stroomkringbeveiliging waarin een 20A, 2-polige gecertificeerde scheidingsschakelaar of op
de stroomkring afgestemde zekeringen zijn vereist als deel van de gebouwinstallatie. Er moet
een gemakkelijk toegankelijke 2-polige verbrekingsinrichting zijn geïntegreerd met een
contactscheiding van minimaal 3 mm.
Alleen voeding van 24 VAC, klasse 2.
2.
3.
4.1
Stabilisatie
Bewakingscamera's zijn gevoelig voor trillingen veroorzaakt door wind of door het medium
waarop de camera is bevestigd. Camera's die zijn bevestigd op een mast, een dak of een brug
zijn bijzonder gevoelig. Bosch doet de volgende aanbevelingen voor het stabiliseren van een
AUTODOME 7000 en het verminderen van de invloed van trillingen op verzonden afbeeldingen,
privacymaskers en Intelligent Tracking.
Paal- en mastmontage
–
–
–
Dakmontage
–
–
–
–
Extreme montagetoepassingen
Unieke montagetoepassingen van camera's die worden beïnvloed door extreme sterke wind,
druk verkeer of andere omstandigheden hebben mogelijk aanvullende maatregelen nodig om
de camera te stabiliseren. Neem contact op met een fabrikant die is gespecialiseerd in
passieve trillingsonderdrukking met behulp van demping of isolatie.
Bosch Security Systems, Inc.
Voor de installatie van de plafondmontagesteun, dient u ervoor te zorgen dat er boven het
plafond een vrije ruimte van minimaal 216 mm beschikbaar is.
Als u gebruik wilt maken van de Intelligent Tracking-functie, raadpleeg Gebruik van
Intelligent Tracking, Pagina 141, voordat u de camera monteert.
Gebruik een boogarm met adapter voor mastmontage (VG4-A-9541).
–
Sluit een randmontageset niet aan op een paal of mast.
Gebruik een paal die speciaal is ontworpen voor CCTV-camera's:
–
Gebruik geen tapse paal.
–
Gebruik geen paal waar borden of andere apparatuur op is bevestigd.
Raadpleeg EPA-waarden/windbelastingsgegevens om een geschikte paal te selecteren.
Bevestig de camera op een locatie op het dak waar deze zo stabiel mogelijk is.
Vermijd locaties die door trillingen worden beïnvloed, zoals in de nabijheid van op het dak
gemonteerde airconditioners.
Gebruik tuidraden om de AUTODOME bij hevige windvlagen te stabiliseren.
Gebruik de LTC 9230/01 adapter voor platdakmontage voor zover van toepassing. Deze
adapter is speciaal gemaakt voor AUTODOME dakmontagetoepassingen.
Bedieningshandleiding
Controlelijst (vóór installatie) | nl
2015.01 | 2.1 |
19