AUTODOME 7000
14.18
Scènes en tours
De camera kan maximaal 256 presetscènes opslaan. U kunt de afzonderlijke scènes definiëren
die samen een presettour vormen.
U definieert eerst afzonderlijke prepositiescènes, daarna gebruikt u deze scènes om de
prepositie-tour te definiëren. De tour begint met het laagste scènenummer in de tour en werkt
de scènes in volgorde af tot het hoogste scènenummer in de tour. De tour geeft elke scène
gedurende een opgegeven tijd weer alvorens naar de volgende scène te gaan.
Standaard maken alle scènes deel uit van de prepositie-tour, tenzij scènes worden verwijderd.
U definieert en bewerkt een afzonderlijke scène als volgt:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
U definieert als volgt een preset-tour:
1.
2.
3.
4.
Bosch Security Systems, Inc.
Klik op de koppeling Weergaveregeling.
Gebruik de besturingselementen voor draaien/kantelen/zoomen om de camera in positie
te plaatsen.
Navigeer naar de scène die u wilt definiëren als preset.
Klik op de knop Scène toevoegen ("+") om de preset te definiëren.
Selecteer een nummer voor de scène, van 1 tot 256.
Typ een optionele naam voor de scène van maximaal 20 tekens.
Klik op OK om de scène op te slaan in de presetlijst.
Het sterretje (*) links van de scènenaam geeft aan dat de scène deel uitmaakt van de
preset tour.
Om een scène uit de lijst te verwijderen, selecteert u de scène en klikt u op de knop
Scène verwijderen ("X").
U overschrijft een bestaande scène als volgt:
Klik op de koppeling Weergaveregeling om toegang te krijgen tot de besturingselementen
voor draaien/kantelen/zoomen.
Gebruik de besturingselementen voor draaien/kantelen/zoomen om naar de nieuwe scène
te navigeren.
Klik in de prepositielijst op de scène die u wilt overschrijven.
Klik op de knop Scène overschrijven om de nieuwe scène toe te passen op de bestaande
prepositie.
Om de naam van de scène te wijzigen, dubbelklikt u op de scène in de lijst. Wijzig daarna
de naam in het dialoogvenster Scène bewerken en klik op OK.
Om een scène weer te geven in het voorbeeldvenster, selecteert u de scène in de lijst en
klikt u op de knop Scène weergeven.
U geeft een scène als volgt weer vanuit de LIVE-pagina:
Klik op een scènenummer onder de PTZ-besturingselementen op het tabblad
Weergaveregeling
OF
Maak gebruik van het toetsenpaneel en de knop Opname tonen op het tabblad Aux-
besturing.
Maak de afzonderlijke scènes.
Standaard maken alle scènes in de presetlijst deel uit van de preset-tour.
Om een scène uit de tour te verwijderen, selecteert u de scène in de lijst en schakelt u
het selectievakje Toevoegen aan standaard tour uit.
Selecteer een weergavetijd in de vervolgkeuzelijst Standaard preset-tour.
U start de preset-tour als volgt:
Keer terug naar LIVE-pagina.
Klik op het tabblad Aux-besturing.
Bedieningshandleiding
Configuratie via IP, modus Geavanceerd | nl
105
2015.01 | 2.1 |