Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

A.6 Wateraansluiting; A.7 Elektrische Aansluitingen - Electrolux Professional ELAI3 Series Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

• Zorg ervoor dat de vloer waarop u de machine installeert vlak, stabiel, hittebestendig en
schoon is.
• Zorg ervoor dat het accessoire voor bevestiging van de machine op de vloer, indien
beschikbaar, wordt geïnstalleerd.
• Gebruik een ladder met bescherming om ingrepen te verrichten op machines die op
grote hoogte toegankelijk zijn.
A.6
Wateraansluiting
• De aansluiting op de waterleiding moet uitgevoerd worden door gespecialiseerd
personeel.
• De machine moet op de waterleiding worden aangesloten met gebruik van de nieuwe,
bijgeleverde slangensets. Gebruik geen oude slangensets.
• Gebruik altijd een nieuwe set koppelingen als u watertoevoerleidingen op de machine
terugplaatst.
Laat voordat u nieuwe leidingen, leidingen die lang niet gebruikt zijn, die gerepareerd
zijn of waarop nieuwe apparatuur is aangesloten (watermeters, etc.) aansluit het water
stromen totdat het schoon en helder is.
• De bedrijfswaterdruk (minimum en maximum) moet liggen tussen:
– 2 bar [200 kPa] en 3 bar [300 kPa] voor apparaten zonder spoelpomp;
– 0.5 bar [50 kPa] en 7 bar [700 kPa] voor apparaten met spoelpomp;
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken zijn tijdens en na het eerste gebruik van
de machine.
• Installeer stroomopwaarts een goedgekeurde dubbele terugslagklep volgens de
voorschriften van het land waar de machine wordt geïnstalleerd.
A.7
Elektrische aansluitingen
• Werkzaamheden aan de elektrische installaties mogen uitsluitend verricht worden door
gespecialiseerd personeel.
• Zorg ervoor dat de elektrische gegevens op het typeplaatje in overeenstemming zijn met
de stroomvoorziening.
• Zorg ervoor dat de machine volgens de veiligheidsvoorschriften en de plaatselijke
wetten van het land waar hij gebruikt wordt, wordt geïnstalleerd.
• Indien de voedingskabel beschadigd is, dan dient hij door de Klantenservice of in ieder
geval door gespecialiseerd personeel vervangen te worden, teneinde elk risico te
vermijden.
• De machine moet op de juiste wijze geaard zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor de gevolgen van een ondeugdelijk aardingssysteem.
• Sluit de machine aan op het equipotentiale beschermingscircuit , indien aanwezig.
• Installeer, om de stroomvoorziening van de machine te beschermen tegen kortsluiting
en/of overbelasting, een thermische zekering of een geschikte automatische
thermomagnetische stroomonderbreker, ADS (Automatic Disconnection of Supply).
• Installeer om de stroomvoorziening van de machine tegen stroomlekken te beschermen
een hogegevoeligheids RCD (reststroomapparaat) met handmatige terugstelling, die
geschikt is voor overspanningscategorie III.
• Raadpleeg voor de bescherming tegen indirecte contacten (afhankelijk van het type
voeding en van de aarde-aansluitingen op het equipotentiale beschermingscircuit
punt
6.3.3
van
beschermingsvoorzieningen die de automatische onderbreking van de voeding
garanderen in geval van een defect van de isolatie in de TN- of TT-systemen. Voor IT-
systemen
moeten
de
EN
60204-1
isolatiecontrollers
(IEC
60204-1)
voor
of
beschermingsvoorzieningen
)
het
gebruik
van
op
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave