van de waspomp; klemmen 8-9 van het hoofdklemmenbord
worden tegelijkertijd gevoed.
LET OP:
Raadpleeg voor de aansluitingen het
bedradingsschema.
Voorbeeld
Er van uitgaande dat er een extern doseerapparaat voor
vaatwasmiddel is aangesloten op een concentratiesensor in
het reservoir, ziet een standaard instelling er als volgt uit:
dln = 0
het doseerapparaat is niet actief tijdens het
vullen van het reservoir.
det = 181
het doseerapparaat is actief tijdens de
werking van de waspomp en dankzij de
concentratie die door de geleidingssensor
wordt gemeten, wordt de juiste dosering
vaatwasmiddel afgegeven.
I.2.2
Diafragmapomp doseerapparaat voor
naglansmiddel
Om de afgegeven dosering aan te passen, draait u aan de
overeenkomstige
schroef "D".
J
VAATWASSER MET INGEBOUWDE CONTINUE WATERONTHARDER
J.1
Continue waterontharder
BELANGRIJK
In tegenstelling tot traditionele waterontharders, is
het bij deze continue waterontharder voor het
regenereren van de harsen niet nodig om de
machine uit te zetten.
Dit apparaat verwijdert, door middel van bepaalde harsen,
kalkbestanddelen uit het toevoerwater en levert ontkalkt water
voor het wassen. Om de continue waterontharder correct te
laten werken dient u de harsen periodiek te regenereren met
een frequentie die afhangt van de hardheid van het water en
van het aantal uitgevoerde wascycli.
Waterhardheidsgraden
Cycli
Niveau
1
zacht
2
gemid-
deld
3
hard
16 – 26,5
4
erg hard
28
D
Graden
°fH
°dH
°cH
0 – 5,5
0 – 3
0 – 4
7 – 14
4 – 8
5 – 10
9 – 15
11 – 18,6
> 27
> 16
> 19
LET OP:
Om de werking van het glansspoelmiddel te
controleren, bekijkt u de pas gewassen glazen
tegen het licht in.
Achtergebleven druppels water op het glas duiden
op een te lage dosering en strepen op een te hoge
dosering.
PAS OP
Als u wisselt van type vaatwas-/glans-
spoelmiddel (zelfs van dezelfde fabrikant),
moet u de aanzuig- en drukslangen spoe-
len met leidingwater voordat u het nieuwe
vaatwas-/glansspoelmiddelbakje aansluit.
Als dat niet gebeurt, leidt de vermenging
van verschillende types vaatwas-/glans-
spoelmiddel
mogelijke defecten aan de doseerpomp
tot gevolg. Het niet opvolgen van deze
aanwijzing leidt tot het vervallen van de
garantie en productaansprakelijkheid.
Bijvulfrequentie zoutreservoir volgens de hardheid van
de watertoevoer
De frequentie
waarmee het
zoutreservoir
Waterhardheid
moet worden
bijgevuld
Cycli
°f
°d
°e
15
8,4
10,5
1168
20
11,2
14
837
25
14
17,5
589
30
16,8
21,1
506
35
19,6
24,6
423
40
22,4
28,1
341
LET OP:
De fabrieksinstelling van de waterhardheid van
het uitstromende water is 10 °f/ 5,6 °d/ 7 °e.
Tijdens de installatie van het apparaat, zou de
technicus desalniettemin de correcte instelling
van deze waarde moeten controleren.
1.
Bij een spoeltijd volgens de fabrieksinstellingen.
tot
kristallisering,
Bij het gebruik
van wascyclus
2 gedurende 30
cycli/dag,
bedraagt de
frequentie
waarmee het
1
:
zoutreservoir
moet worden
1
bijgevuld:
Dagen
39
28
19
17
14
11
met