Inhoudsopgave
Advertenties
• Bij modellen met ingebouwde waterontharder en bij enkele
specifieke modellen, de bijgeleverde dubbele teruglagklep
"B" en de toevoerleiding van de machine aansluiten (zie
onderstaande afbeelding).
B
• Controleer of de dynamische watertoevoerdruk, die wordt
gemeten tussen het apparaat en de netspanning, tussen 2
bar [200 kPa] en 3 bar [300 kPa] bedraagt bij machines met
drukboiler en tussen 0.5 bar [50 kPa] en 7 bar [700 kPa]
bedraagt bij machines met een atmosferische boiler (test dit
terwijl het reservoir of de boiler van de vaatwasser wordt
gevuld met water).
LET OP:
Als de druk te hoog is, monteer dan een
drukregelaar op de toevoerbuis.
– Bij het model met vrije-val afvoer:
sluit de afvalwaterafvoerleiding (detail "D" in het Installatie-
schema) aan op de hoofdafvoerleiding, door een afvoer te
monteren, of plaats de afvoerleiding over een "S"-afvoer in
de vloer.
– Bij het model met afvoerpomp:
plaats de afvoerbuis op een hoogte tussen 750 mm en 1000
mm mm van de vloer. Controleer, afhankelijk van het model,
of er circa 2 L tot 3 L water uit de afvoerbuis stroomt tijdens
de spoelcyclus.
BELANGRIJK
Zorg ervoor dat de afvoerbuis niet knikt, bekneld
raakt of draait, wat resulteert in een beperking
van de waterstroming.
PAS OP
Gebruik altijd een nieuwe set koppelingen
als u watertoevoerbuizen op het apparaat
terug plaatst.
BELANGRIJK
Apparaten met het Watermark-label moeten geïn-
stalleerd worden in overeenstemming met de
Australische loodgieterscode (PCA).
F.7
Watercircuits
Apparaat met atmosferische watertoevoer - met
afvoerpomp
Apparaat met drukwatertoevoer - met koude spoelcyclus
en met afvoerpomp en
21
Advertenties
Inhoudsopgave
