Elektrische voeding 220 - 230V 1N
Open het klemmenbord van de elektrische voeding en plaats
de meegeleverde jumpers als volgt: twee jumpers tussen de
klemmen 1, 3 en 5 en twee andere tussen de terminals 2, 4 en
6. Gebruik een geschikte voedingskabel (zie D TECHNISCHE
GEGEVENS tabel), sluit de fase en de nulleider aan op
respectievelijk klemmen 5 en 6 en de aarddraad op de klem
F.8.1
Aansluitingen voor stroomregeling
Dit apparaat is ontworpen voor een externe regeling van het
stroomverbruik.
11
12
Sluit de stroompiek-controller aan op de klemmen 11 en 12.
PAS OP
Een normaal geopend (NO) contact van
de controller moet worden aangesloten op
de klemmen 11 en 12. Als dit contact sluit,
schakelen de verwarmingselementen van
de boiler uit. Wanneer de vaatwasser
onder
deze
gebruikt, kan de cyclustijd toenemen.
F.9
Veiligheidsvoorzieningen
• Een overbelastingsbeveiliging met automatische reset is in
de elektrische pompspiralen ingebouwd en schakelt de
voeding naar de pomp uit in geval van een defect.
• Een inrichting voorkomt dat het boilerwater terugstroomt in
het
systeem
in
geval
watertoevoersysteem.
• Dankzij een overloopbuis, aangesloten op de afvoer, is het
waterpeil in het reservoir altijd constant.
• Als het waterniveau in het reservoir te hoog is, wordt de
afvoerpomp (indien aanwezig) automatisch geactiveerd om
het teveel aan water weg te pompen.
BELANGRIJK
De fabrikant kan op geen enkele wijze aansprake-
lijk gesteld worden als deze voorschriften niet in
acht worden genomen.
omstandigheden
wordt
van
een
defect
aan
F.10
Doseerapparaten en voorzieningen voor
vaatwas-/naglansmiddel
LET OP:
Bij de modellen "Ecotemp" kan de volgende para-
graaf overgeslagen worden, aangezien de
voorbereidingen voor de doseerinrichtingen voor
wasmiddel en glansmiddel al aanwezig zijn in de
.
machine.
BELANGRIJK
Als de machine aangesloten is op een wateront-
harder en/of osmosesysteem, neem dan contact op
met de leverancier van jet vaatwasmiddel voor een
specifiek product.
PAS OP
De peristaltische doseerapparaten (vaat-
wasmiddel en glansspoelmiddel) en de
interne leiding van het doseerapparaat
voor glansspoelmiddel, moeten regelma-
tig onderhouden worden (minstens één of
twee keer per jaar) of na een lange
periode van inactiviteit van de machine
Vaatwasser met ingebouwd doseerapparaat voor
vloeibaar vaatwasmiddel
1. De pomp "R" geeft circa 0,9 g vaatwasmiddel/sec af. Als
het apparaat voor de eerste keer die dag met water wordt
gevuld, wordt er 44 g in 45 seconden afgegeven, om
tenslotte een concentratie te bereiken van 2 g/l. Bij elke
cyclus levert de pomp "R" ongeveer 6 g in 6 sec. De
werkingsduur van het doseerapparaat kan gewijzigd
worden volgens de aanwijzingen die in de volgende
paragraaf zijn vermeld (). Plaats de meegeleverde slang in
het vaatwasmiddelbakje.
Vaatwasser met ingebouwde peristaltische pomp voor
doseerapparaat voor naglansmiddel
2.
De pomp "S" geeft circa 0,1 g vaatwasmiddel/sec af. Hij
verdeelt bij elke spoeling 0,3 g in 3 sec.
De werkingsduur van het doseerapparaat kan aangepast
worden volgens de aanwijzingen in de volgende para-
graaf. Plaats de slang die in de kit wordt bijgeleverd in
het glansspoelmiddelbakje (alleen bij de uitvoeringen
zonder ingebouwde glansspoelmiddeldispenser).
Vaatwassers met ingebouwde diafragmapomp voor
doseerapparaat voor naglansmiddel
3.
De pomp "T" is geïnstalleerd in apparaten met een
drukboiler. Afgegeven hoeveelheden kunnen worden
aangepast volgens de aanwijzingen in de volgende
paragraaf. Plaats de bijgeleverde slang in het glans-
spoelmiddelbakje (alleen bij de uitvoeringen zonder
ingebouwde glansspoelmiddeldispenser).
F.10.1
Mechanische aansluitingen voor automatisch
doseerapparaat voor vaatwasmiddel
het
P
R
S
Er is een van te voren gemaakte afdruk "N" gemaakt die
geperforeerd moet worden (⌀ 8 mm) om de sensor voor het
meten van de vaatwasmiddelconcentratie te plaatsen.
T
N
D
23