Voorzorgsmaatregelen voor het rijden
Remmen
Neem de volgende richtlijnen in acht:
Vermijd bijzonder sterk afremmen en
●
terugschakelen.
Door plotseling remmen kan de stabiliteit
u
van het voertuig verminderen.
Ga waar mogelijk langzamer rijden voor
u
een bocht; anders bestaat het gevaar dat u
uit de bocht vliegt.
Wees voorzichtig op oppervlakken met een
●
lage tractie.
De banden slippen sneller op dit soort
u
oppervlakken en de remweg is langer.
Vermijd continu remmen.
●
Door herhaaldelijk te remmen, zoals bij
u
heuvelafwaarts rijden, kunnen de remmen
ernstig oververhit raken waardoor de
remwerking vermindert. Verminder
snelheid door afwisselend te remmen op
de motor en de remmen te gebruiken.
Bedien de voor- en achterrem tegelijkertijd
●
voor de meest efficiënte remwerking.
12
#
Antiblokkeersysteem (ABS)
Dit model is uitgerust met een antiblokkeersysteem
(ABS) dat is ontwikkeld om te voorkomen dat de
remmen blokkeren tijdens abrupt remmen.
De remweg is niet korter met het ABS. In
●
bepaalde gevallen kan het gebruik van het ABS
een langere remweg tot gevolg hebben.
ABS werkt niet bij snelheden lager dan 10 km/h.
●
Het kan zijn dat de remhendel en het
●
rempedaal lichtjes terugspringen wanneer u de
rem bedient. Dit is normaal.
Gebruik altijd de aanbevolen voor-/
●
achterbanden en tandwielen om de werking
van ABS te waarborgen.