Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening bij gebruik van afstandsbedieningen . . .
Opmerking
Als een afstandsbediening is aangesloten, mag de modus-keuzeschakelaar op
de bedieningseenheid van de warmtepomp niet op handmodus staan (zie
pagina 00).
Anders brandt de storingsindicatie op de afstandsbediening.
Eén verwarmingscircuit met afstandsbediening
De normale ruimtetemperatuur en de
modi worden op de afstandsbediening
ingesteld.
Twee verwarmingscircuits, een met afstandsbediening
Uw verwarmingsfirma heeft voor u
ingesteld op welk verwarmingscircuit
de afstandsbediening werkt.
Twee verwarmingscircuits, elk met afstandsbediening
De normale ruimtetemperatuur en de
modi worden op de betreffende
afstandsbediening ingesteld.
De verlaagde ruimtetemperatuur
wordt aan de bedieningseenheid van
de warmtepomp ingesteld (zie vanaf
pagina 17).
De instellingen van het verwar-
&
mingscircuit zonder afstandsbedie-
ning worden op de
bedieningseenheid van de warmte-
pomp aangebracht (zie vanaf
pagina 22).
De instellingen voor het verwar-
&
mingscircuit met afstandsbediening
worden op de afstandsbediening
aangebracht.
Alleen de verlaagde ruimtetempera-
tuur (zie vanaf pagina 17) wordt aan
de bedieningseenheid van de warm-
tepomp ingesteld.
De verlaagde ruimtetemperatuur
wordt voor de twee verwarmingscir-
cuits samen aan de bedieningseen-
heid van de warmtepomp ingesteld
(zie vanaf pagina 17).
bediening
(vervolg)
11
Advertenties
Inhoudsopgave
