Inhoudsopgave
Advertenties
Problemen opsporen en verhelpen
Elektronische inrichting van
de Reactor
Voordat u begint met het oplossen van storingen:
1. Schakel de voeding naar de verwarmer uit.
PROBLEEM
Temperatuurdisplay
licht niet op.
Defect display;
display gaat aan
en uit.
Display komt niet
goed overeen met de
drukken op de knop.
De ventilator
werkt niet.
34
OORZAAK
Display losgekoppeld.
Displaykabel beschadigd of
aangetast.
Gesprongen zekering.
Defect circuitbord.
Losse displaykabels op de
besturingskaart.
Defecte besturingskaart (de
displays worden gevoed vanuit
de besturingskaart).
Onvoldoende voeding naar de
besturingskaart.
Losse voedingskabel.
De stroomonderbreker van de
verwarmerschakelaar werd
geactiveerd.
Lage spanning.
Slechte displayaansluiting.
Displaykabel beschadigd of
aangetast.
Slechte displayaansluiting.
Displaykabel beschadigd of
aangetast.
Lintkabel op printplaat display
losgekoppeld of verbroken.
Kapotte displayknop.
Draad los.
Defecte ventilator.
2. Schakel de voeding naar de motor uit.
3. Ontlast de druk. Voer de
Drukontlastingsprocedure uit, pagina 24.
4. Laat de apparatuur afkoelen.
5. Probeer de aanbevolen oplossingen in de
opgegeven volgorde voor elk probleem,
om onnodige reparaties te voorkomen. Bepaal of
alle stroomonderbrekers, schakelaars en
knoppen goed ingesteld zijn en of de bedrading
correct is alvorens aan te nemen dat er een
probleem is.
OPLOSSING
Controleer de kabelaansluitingen, A
Maak de kabelaansluitingen schoon; vervang de kabel
als deze beschadigd is.
Vervang de zekering (73) in de zekeringhouder op de
DIN-railassemblage onder de elektronicakap (55).
De display werkt niet meer. Vervang.
Controleer de kabelaansluitingen voor elk display,
A
. 23 op pagina 72.
FB
Verwijder het toegangspaneel. Controleer of kaart-led
brandt. Vervang de kaart indien dit niet het geval is.
Zie Motorbesturing, pagina 44.
Controleer of de voeding aan de vereisten voldoet.
Controleer de kabelaansluitingen, A
Het display wordt gevoed vanaf de
stroomonderbreker van de verwarmerschakelaar.
Schakel de motorvoeding uit
vervolgens op
te resetten.
Controleer of de ingangsspanning binnen de
specificaties ligt, pagina 74.
Controleer de kabelaansluitingen, A
Vervang de beschadigde kabel.
Maak de kabelaansluitingen schoon; vervang de kabel
als deze beschadigd is.
Controleer de kabelaansluitingen, A
Vervang de beschadigde kabel.
Reinig de aansluitingen A
de beschadigde kabel.
Sluit de kabel aan, A
FB
Vervang. Zie Regelpaneel, pagina 42.
Controleer de ventilatorkabel.
Vervang. Zie Ventilatoren, pagina 55.
. 12, pagina 45.
FB
. 23, pagina 72.
FB
, en druk
om de stroomonderbreker
. 23, pagina 72.
FB
. 23, pagina 72.
FB
. 23, pagina 72. Vervang
FB
. 23, pagina 72, of vervang.
333107L
Advertenties
Inhoudsopgave
