7
Gebruik/bediening
Het gebruik van het filter vindt automatisch plaats en er hoeft geen bediening plaats te
vinden.
De besturing activeert de terugspoelingen en verzendt meldingen bij storingen.
► Inspecteer het filter regelmatig (zie hoofdstuk 8.3).
► Onderhoud het filter regelmatig (zie hoofdstuk 8.4).
7.1
Bedieningsconcept
Het product wordt bediend via het bedieningspaneel van de besturing.
Door op een willekeurige toets te drukken, wordt het display ingeschakeld.
In de besturing kunt u actuele bedrijfswaarden aflezen, informatie oproepen en parameters
instellen.
» Worden gedurende 5 minuten geen waarden ingevoerd, dan keert de besturing
terug naar de basisweergave en het display wordt uitgeschakeld.
» Niet opgeslagen parameters worden verworpen.
Gebruik/bediening
51 | 104