6.8.2 Meetcel
AQC-D1/ -D11 meetcel
Verbind de meetelektrode en contra-elektrode alsmede de mon-
sterwatersensor, Pt100 temperatuursensor, pH/redox-elektrode
en reinigingsmotor met de besturingseenheid.
53 55 57
67
69 71
54 56 58
68
70 72
4
7(9)
6(8)
1
1
4
8,9
12
11
Afb. 27 Aansluitingsschema AQC-D1/ -D11
Pos. Component
Pos. Component
1
Bruin
2
Wit
3
Zwart
4
Blauw
Buitenste geleider
6
(afscherming)
7
Binnenste geleider
AQC-D6 meetcel
Sluit de meetelektrode en contra-elektrode voor ClO
weergegeven in het aansluitingsschema.
67 69 71
68
70
72
53 55 57
54
56
58
Afb. 28 Aansluitingsschema AQC-D6
Pos.
Aansluiting Beschrijving
67
- 12 V
Bruin
68
Wit
69
M
Geel
72
Groen
Watersensor
Pos.
Aansluiting Beschrijving
54
+
Zwart
53
-
Wit
8,9
12
K2
11
10
10(K2)
8
Referentie-elektrode
Meetelektrode met referen-
9
tie-elektrode
10
Tegenelektrode
11
Pt100 temperatuursensor
12
Watersensor
Stekker van contra-
K2
elektrode
aan zoals
2
6.8.3 Doseerstopingang
Sluit de kabel van een bovenliggend besturingsysteem aan op
klemmen 49/50. Zie paragraaf
6.8.4 Waarschuwingslamp of akoestisch
waarschuwingsysteem
Sluit de kabel van de waarschuwingslamp of het akoestisch waar-
schuwingsysteem aan op het alarmrelais of waarschuwingsrelais.
1. Sluit het alarmrelais aann.
– Klemmen 25 en 29 N.C.
– Klemmen 25 en 27 N.O.
2. Sluit het waarschuwingsrelais aan
– Klemmen 26 en 30 N.C.
– Klemmen 26 en 28 N.O.
6.8.5 Storingsingang
Sluit de kabel van een gasdetectieapparaat aan op klemmen
51/52. Zie paragraaf
14.
Klemaansluitingen.
6.8.6 Voeding voor externe apparaten
Twee externe apparaten kunnen van voedingsspanning van
230 V / 115 V worden voorzien.
Kies vrije kabelwartels en sluit deze aan op de klemmen 14/16/18
en 20/22/24. Zie paragraaf
14.
14.
Klemaansluitingen.
Klemaansluitingen.
31