4
Opstarten & bediening
WAARSCHUWING
Dieseleffect! Risico voor systeem ontploffing! Een mengsel van lucht en
olie bij hoge temperatuur kan tot een explosie leiden. Voorkom werken met lucht
WAARSCHUWING
Lucht/brandbaar koelmiddel mengsel! Ontstaan van een brandbare
omgeving! Zorg ervoor dat de atmosfeer onbrandbaar is voordat u het
systeem start. Zorg ervoor dat het systeem alleen koelmiddel bevat en dat er
geen ontvlambaar gas in de omgeving is.
Zorg voor een goede ventilatie in overeenstemming met het volume van de
ruimte en de hoeveelheid koelmiddel.
4.1
Sterkte-druktest
WAARSCHUWING
Hoge druk! Persoonlijke verwondingen! Houd rekening met persoonlijke
veiligheidsvereisten en raadpleeg de testdrukken voorafgaand aan de test.
BELANGRIJK
Systeemvervuiling! Lagerbeschadeging! Gebruik alleen droge stikstof voor
druktesten. GEBRUIK GEEN andere industriële gassen.
NOTA: Raadpleeg voor meer informatie de richtlijnen voor compressortoepassing.
4.2
Systeemdichtheidstest
WAARSCHUWING
Hoge druk! Persoonlijke verwondingen! Houd rekening met persoonlijke
veiligheidsvereisten en raadpleeg de testdrukken voorafgaand aan de test.
BELANGRIJK
Systeemvervuiling! Lagerbeschadeging! Gebruik alleen droge inerte
gassen (bijvoorbeeld stikstof) voor lektesten. GEBRUIK GEEN andere
industriële gassen.
Elke latere wijziging aan de compressoraansluitingen kan van invloed zijn op de dichtheid van de
compressor. Test de compressor altijd op lekkage na het openen of wijzigen van de aansluitingen.
4.3
Evacuatie
VOORZICHTIG
Te lage koelmiddelvulling! Compressor schade! Nooit het aggregaat laten
werken met een te lage koudemiddel vulling. Er is een risico dat de regelaar
niet naar behoren zal functioneren in een diep vacuüm situatie en dit kan
leiden tot schade aan de compressor.
BELANGRIJK
De evacuatie procedure is gebaseerd op het bereiken van een vacuüm
standaard en is NIET TIJDSAFHANKELIJK! Voor de ingebruikname van het
systeem moet lucht in het systeem worden geëvacueerd met een
vacuümpomp. Een goede afvoer van de lucht kan het restvocht reduceren tot
50 ppm. De installatie van voldoende grote toegangsventielen op de verste
punten gelegen van de compressor in de zuig- en vloeistofleidingen is aan te
raden. Het systeem moet worden geëvacueerd tot er een druk wordt van
minder dan 3 mbar, daarna kunt u vacuüm breken met droge stikstof en de
procedure herhalen. De druk moet worden gemeten met behulp van een
vacuüm manometer die geplaatst wordt aan de toegangsventielen en niet aan
de vacuümpomp. Dit dient om meetfouten ten gevolge van de drukvariatie
langs de verbindingsleidingen naar de vacuümpomp te voorkomen.
Voordat de installatie in gebruik wordt genomen, moet deze met een vacuümpomp worden
geëvacueerd. De vacuümpomp en alle gereedschappen moeten zijn goedgekeurd voor A2L-
AGL_Unit_ZX_A2L_A1_NL_Rev00
.
43