Condensor
ventilator
controle
Aanduiding van de
persgastemperatuur
Figuur 9: XCM25D aanduiding van de functionaliteit van de regelaar
2.10.3 Modbus communicatie
De XCM25D regelaar kan via Modbus RS485 communiceren en alle relevante data zo ter
beschikking stellen. Extra commando's kunnen op deze wijze ook geactiveerd worden. De Modbus
map is verkrijgbaar op aanvraag bij plaatselijke Application Engineering vertegenwoordiger.
Een voorgeconfigureerde X-Web is ook beschikbaar en laat een eenvoudige handeling en
aansluiting toe met de XCM25D regelaar.
Figuur 10: Modbus poort en beëindigingsjumpers
NOTA: Als de XCM25D regelaar in een keten gezet wordt moeten de beëindigingsjumpers
verwijderd worden.
2.10.4 Belangrijkste regel- & veiligheidskenmerken
Zuigdruk regeling: Ieder aggregaat is uitgerust met een zuigdruk sensor. De XCM25D regelt de
zuigdruk door het signaal van de sensor te vergelijken met ingestelde waarde. Wanneer men werkt
met een digitaal koelaggregaat (ZXDY) moet het setpunt (C16) en de proportionele band (C17)
tijdens de inbedrijfsname ingesteld worden. De zuigdrukregeling voor de ZXMY aggregaten moet
worden gedefinieerd door de parameter voor de compressor-aan (C1) en compressor-uit (C02) in te
stellen. Het signaal van de zuigdruk sensor wordt ook gebruikt voor extra functionaliteiten zoals de
sturing van de pompdown en de compressor alleen te laten werken binnen het goedgekeurde
werkingsgebied.
Condensordruk regeling: Ieder aggregaat is uitgerust met een hogedruk sensor. De XCM25D
regelt de condensordruk door het toerental van de ventilator(en) aan te passen in functie van het
signaal dat de sensor uitstuurt. De regelaar kan de condensordruk regelen op twee verschillende
manieren. De eerste methode tracht de condensortemperatuur constant te houden. Deze methode
is ingesteld met de fabrieksinstellingen. Het voor ingesteld setpunt van 27 °C is een universeel
toepasbare instelling. Als een lagere condensortemperatuur gewenst is kan je die instellen door de
parameter (E39) te verlagen. De tweede methode is gebaseerd op een gemoduleerde regeling van
de condensorventilatorsnelheid volgens het werkingsgebied van de compressor. Deze methode is
enkel beschikbaar als er geen zuiggasdruksensor is aangesloten. De parameter (E38) wordt gebruikt
om deze methode te selecteren. Als deze methode niet wordt gebruikt zal de condensortemperatuur
de waarde ingesteld in parameter (E39) krijgen. De compressor kan werken met verschillende
14
Digitale scroll
controle (ZXDY)
management
Elektrische
bescherming
Alarm
AGL_Unit_ZX_A2L_A1_NL_Rev00