krachtiger
en
dompel
het
andere
einde
in
een
gedeelteliik
met
verse
remvloeistof
gevu
ld glazen
potje.
Draa
i nu
met een
sleutel
de
nippel
één
slag
los.
Pomp
met
langzame
slagen
met het
rempedaal
tot er
geen
luchtbellen meer
in
het
glazen
potje
opstilgen.
Zet
dan de
ontluchtingsnip-
pel weer
vast, tegelijkertijd
het
rem-
pedaal
intrappend. Herhaal
dezelfde
handeling
bij
de
wielen.
Het is
belangrijk tijdens
het
ontluch-
ten
van
de
remmen
het
vloeisto{peil
in de
hoo{drerncylinder
te
controleren
en
zonodig
bij te
vu
llen.
H
ierdoor voorkomt men
dat
opn
ieuw
lucht
in
het
systeem
wordt
gepompt,
waardoor
nogmaals
ontlucht
zou
moe-
ten
worden.
De
remvloeístof,
die
uit
het
systeem
gevloeid
is,
kan
niet
direct
gebruikt
worden
voor
het
biivu
llen
va
n
het
h
oo{d
re
m
cyl
i
nderta
n
k1e.
Deze vloeistof bevat
te
veel
lucht
en
dient
een uur
of
twee
te
staan,
al-
vorens
zij
veilig weer
gebruikt
kan
worden.
Gooi vuile
remvloeisto{
w€g,
deze
kan sliltage
veroorzaken.
Te
grote
speling
in
de
stuurorganen
is
een
oorzaak
van
onzeker
sturen,
slaan
van het
stuur
en
te
veel
speling
in
het
stuurwiel.
Men
moet
er
echter rekening
mee
houden, dat
de
oorzaak hiervan
zowel
kan
liggen
in
de
stuurinrichting
zel[
als
in de
speling
in de
stuurverbin-
dingen,
BANDEN
De wielen zijn van het z.g.
advanced-
type
en
bestaan
uit
een 2-delige
velg
met
een
losse
gedeelde
zijring,
Controleren
Yan
de
spanning
Het
controleren van de spanning
moet
Vacuum
rembekrachtiger
Deze dient
om de
druk welke
door
de
remvloeistof
wordt
uitgeoefend,
te
vergroten.
Er
dient
echter
rekening
mee gehouden
te
worden,
dat
deze
rembekrachtiger
alleen werkt
als
de
motor draait.
Bij
stilstaande
motor
moet
het
rempedaal
met meer
kracht
ingetrapt
worden
om
de
remmen
ín
werking
te
stellen.
Controleer geregeld
de
leidingen
van
de
rembekrachtiger
op
lekken.
Handrem
De
handrem
werkt
mechanisch
op
de
aandrij{as,
direct
achter
de
versnel-
lingsbak.
Kan men
de
handremhef-
boom
over
meer
dan
drie
tanden
aanhalen
dan dient
de
remband
na-
gesteld
te
worden,Bij
volledig
geloste
rem
moet
de
speling
tussen
remband
en
remsch
i;f
ongeveer
r/z
m
m
be-
dragen.
Handremhefboom
en
bowdenkabel
d
ient
men
te
smeren
via
de
smeer-
nippels.
STUURINRICHTING
Alvorens de
stuurinrichting
bij te
stel-
len
moet men
daarom
elke
belasting
vvegnemen,
bij
voorkeur
door
de
stuurstang
los
te
maken
van
de
pit-
ma na
rm.
Zorg ook dat
de
stu
u
rkolom
n
iei
ka n
klemmen
bij
de verbinding aan
het
in-
strumentenbord,
Stel
altild
eerst de speling
in de
stuur-
as
en
daarna
die in
de
sectoras.
EN
WIELEN
gebeLtren
als
de
banden
koud
zijn,
daar
bij
een
warme band
de
spanning
en
igsz
ins
hoge
r
zal
liggen
.
Denk
bi1
het
op
spanning brengen
van
de
wielen
óók
aan
het
reservewiel.
l
25