ALGEMEEN ONDERHOUD
REMSYSTEEM
De
onderhavige
serie is
u
itgerust
met
hydraulische remmen,
voorzien
van
een
vacuum
rembekrachtiger.
Het
rempedaal
werkt
hydraulisch
op
alle
vier
wielen
en de
handrem
mecha-
nisch
op
de
achterwielen.
Het
gebru
ik
van
de
handrem
hee{t
geen invloed
op
het
hydrau
lisch
rem-
systeem
of
omgekeerd.
Onderhoud
1
.
Controleer
of
het
rempedaa
I
vast
aanvoelt el'ì
niet
de
neiging
heeft
om zich als
spons
(veerkrachtig)
te
gedragen.
Dit
wijst
op
een
ge-
brek
aan
remvloeistof,
een
lek-
kende
leiding
of
luchtbellen
in
het
remsysteem.
Een lange pedaalslag is een
teken,
dat
de
rem
men
moeten
worden
bijgeste ld.
2,
Controleer
met
ingetrapt
rem-
pedaal
het
systeem
op
lekkage.
Dit
za
I
opva
llen
bij
het
nazien
van
de
verschillende verbindingen,
bo-
vendien
zal het
rempecJaal lang-
zaam verCer ingetrapt
kunnen
worden
lndien het
vermoeden bestaat,
dat
er
lucht
in de
remleidingen
aan-
wezig is,
moet
het
systeem
ont-
lucht
worden,
zoa
ls
verder
wordt
beschreven.
3,
ledere
2000
km moet
de
hoeveel-
heid
remvloeistof
gecontroleerd
worden. Een vlugge
of
aanzien-
lijke
daling
van het
niveau,
duidt
op
lekkages
irr
sommige
delen
van
het
systeem,
die
opgespoord
en verholpen
moeten
worden.
Den
k
er
voora
I
aan
nooit
te
vee
I
vloeistof
bij te
vullen.
Vóor
het
verwijderen van
de
vu l-
plug
dienen
de plug
zel{-
en
de
omgeving goed
schoongemaakt
te
worden,
offi
te
voorkomen,
dat
er
vuil
in
de
cylinder komt.
Gebruik
u
itslu
itend
Lockheed
No.
5
rem-
v
loe istof
.
4.
Er dient
op
gelet
te
worden,
dat
het
gaatje
in de
vulplug
geheel
open
is.
Gelijkmatig
remmen
Indien
de
wagen
bij
het
remmen
naar
één
zijde trekt,
moeten
de
remvoe-
ringen
op
ongelijkmatige sliltage
ge-
controleerd worden en eventueel wor-
den
vern
ieuwd
en de
remmen
op-
nieuw worden
a{gesteld.
Remafstelling
REMPEDAAL
Hei
rempedaal moet
een
speling
heb-
ben
van t/2,,
(2-
13
mm).
Dit
kan
afgesteld
worden
door
het
inkorten
of
verlengen
van
de
stang
naar
de
hoofdremcylinCer.
VOORWIEL
Crick
het voorwiel
op,
totdat
het
vrij
kan
draaien.
Geef het
wiel nu
een
voorwaarts draaiende beweging
en
trap
op het
rempedaal teneinde
de
remschoen
in
de trommel
te centreren.
Draai de
twee
stofplaatjes
opzij,
waar-
door twee
open
ingen
in de
rem-
ankerplaat vrijkomen.
Wanneer
men
nu
b.v, een
schroeven-
draaier
door
deze opening naar
bin-
nen
brengt,
kan men
de
zichtbare
alstelgleuven
verdraaien. Bekilkt
men
de
wielcylinder
in zijn
bevestiging
t.o.v.
de
remankerplaat
dan is
het
zo,
23