Banden
lier
(alleen
op
vrachtwagenchassis).
Smeer
de
as
van
de
bandenlier
via
de
twee
smeernippels,
Accu
Controleer
zuurniveau
en
vul zo
no-
dig
bij
met gedistilleerd water.
Maak
de
polen
schoon
en vet
ze
in.
Instrumenten
en
accessoires
Controleer
instrumenten
en
accessoi-
res
(o.a.
verlichting)
op juiste
werking.
+
IEDERE
12.OOO
KM:
Rembekrachtiger
Reinig
het
lucht{ilter
en
dompel
het
in
motorolie.
Achteras
Haal
de
bouten van
de
achteras
aan.
Schokbrekers
Controleer de werking van de
schok-
brekers
en stel
deze
zo
nodig
bij.
Accu
Meei het
s.g.
van het zuur
op.
Bij een
geladen
accu
is het
s.g.:
1
,28-
1,30.
Bij
een half
ontladen accu:
ca,
1,21
.
Bij
een
ontladen
accu:
beneden
1,15.
Deze getallen gelden
voor een
tem-
peratuur
van
1óo
C.
(ó0o
F.).
Laat
nooit een accu
ongeladen staan.
In-
dien
de
wagen enige
tijd niet
ge-
bruikt
zal
worden, behandel
dan
de
accu
a
ls
aangegeven
op
blz.
27
,
*
IEDERE
1ó.OOO
KM:
Stuurhuis
Ververs de
olie.
Versne llingsbak
Ververs
de olie. Het
aftappen kan
het
beste
gebeuren, nadat de
wagen enige
tijd
gereden heeft,
De
olie is
dan
warmer (dunner)
en
vloeit
gemakke-
lilker
weg.
Achteras
Ververs
de
olie
(zie
versnellingsbak).
Wiellagers
Controleer de
wie
I
lagerspe
ling.
Voorwie
lafste
lling
De wieluitlijning dient
te
geschieden
aan
de
hand
van
de
volgende
ge-
gevens:
Na
loop
(caster)
Vlucht
(camber)
Fuseepen
helling
(Kingpin
inclination).
Toespoor (toe-in)
*
20
+
30'.
10
+
30,.
Bo
+
10,.
3-4
mm.
IEDERE
24.OOO
KM:
Koppeling
Smeer
schuifbus
en
druklager
spaar-
zaam
via
de
smeernippel
in
de
sleuf
van
het
koppelingshuis.
Wiellagers
Demonteer de wielnaven
voor
en
ach-
ter
en
vet
de
wie
llagers
opn
ieuw
in,
Het
vet
moet
goed
in de
lagers
ge-
kneed
worden
doch
de naaf
mag
n
iet
gevu
ld
worden.
Het vet
zou
dan door
kunnen dringen
naar
de
remtrommel
en
daar
de
remvoering
vet
maken. Tevens
kan
door
over-
maat
vet de
naaf
te
warm
lopen.
Remmen
Controleer
remvoeringen
en
wiel-
remcylinders.
Brandstoftank
Reinig
het
gro{filter.
21