5.8.3 Foliespanner type 1
Foliespanner type 1 is geschikt voor kleine, dun-
ne foliestukken en vlakke, rechthoekige prepa-
raten. De foliespanner wordt in de standaard
objectklem geplaatst.
40
48
47
46
50
48
47
51
53
Leica RM2125
Het vastklemmen van folie
• Beweeg de verplaatsbare klembek (48) naar
rechts door de draadstift met behulp van een
inbussleutel (sleutelmaat 4) (49) te draaien.
• Plaats de folie (46) tussen de verplaatsbare
klembek (48) en de vaste klembek (47).
• Draai de verplaatsbare klembek (48) met de
inbussleutel tegen de vaste klembek (47) om
de folie vast te klemmen.
• Plaats de foliespanner (50) zoals aangege-
ven in de standaard objectklem.
• Draai de kartelschroef (40) rechtsom tot de
foliespanner stabiel is vastgeklemd.
Het vastklemmen van vlakke, rechthoekige
49
preparaten
Voor rechthoekige preparaten wordt in plaats
van de lange draadstift (51) de meegeleverde
korte draadstift (52) gebruikt.
Afb. 20
• Verwijder de lange draadstift (51) door deze
met behulp van de inbussleutel (sleutelmaat 4)
(49) linksom te draaien.
• Draai de korte draadstift (52) in de boring.
• Plaats het preparaat (53) tussen de ver-
plaatsbare klembek (48) en de vaste klembek
(47).
• Druk de verplaatsbare klembek (48) door het
indraaien van de draadstift (52) tegen de
vaste klembek (47) om de folie vast te klem-
men.
• Plaats de foliespanner zoals aangegeven in
52
de standaard objectklem.
• Draai de kartelschroef (40) rechtsom tot de
foliespanner stabiel is vastgeklemd.
Afb. 21
5. Bediening
25