4.4 Plaatsen van de objectklem
10
12
Leica RM2125
15
11
13
14
Afb. 8
De preparaathouderopname is in twee uitvoe-
ringen leverbaar – met en zonder objectoriënta-
tie – die onderling kunnen worden verwisseld.
De objectoriëntatie maakt bij een vastgeklemd
preparaat een eenvoudige positiecorrectie mo-
gelijk van het preparaatoppervlak.
In de preparaathouderopname (10) kunnen alle
als accessoires leverbare objectklemmen wor-
den geplaatst (zie
hoofdstuk 5.8
Ga hiervoor als volgt te werk:
• Beweeg de preparaathouderopname (10)
door het draaien van het handwiel (15) naar
de bovenste eindpositie en activeer de
handwielblokkering.
• Draai de klemhendel (11) linksom om deze
los te zetten.
• Schuif de geleiding (13) van de objectklem
vanaf de linkerzijde tot aan de aanslag in de
zwaluwstaartbevestiging (14).
• Draai de klemhendel (11) tot aan de aanslag
rechtsom om de objectklem vast te klem-
men.
4.
Inbedrijfstelling
"Accessoires").
15