4.4
Bouwput uitgraven
De bouwput moet worden uitgevoerd met minimaal 50 cm
ruimte rondom het reservoir.
De hellingshoek β moet aan de hand van de bodemge-
steldheid worden bepaald.
Leg een vlakke fundering van 30 cm verdicht steenslag
(korrelgrootte 0 – 16 mm, 97% D
Leg een egalisatielaag van zand (3 – 10 cm) aan.
Invloed van aangrenzende funderingen:
de minimale afstand tot funderingen (a = afstand tus-
sen onderkant schacht en onderkant fundering; a = ΔH x
1,73).
4.5
Reservoir plaatsen en aansluiten
Reservoir met inachtneming van de transportinstructies plaatsen en uitlijnen.
Toevoer- en uitloopleiding aansluiten.
Afdichtingen, opzetstukken en afdekplaten monteren, zodat de installatie tijdens de bouwfase beschermd is. Zorgen dat
het opzetstuk vlak met het beoogde peil is.
Op de toevoer en uitloop van het afscheidersysteem mogen afvalwaterbuizen en vormstukken van de volgende materialen
worden aangesloten:
Polyvinylchloride (PVC-U)
Polyethyleen (PE)
Polypropyleen (PP)
De volgende technische instructies opvolgen:
Toevoer en uitloop moeten met vrij verval worden uitgevoerd.
Toevoer- en uitloopleidingen moeten op vorstvrije diepte worden uitgevoerd.
De verbinding tussen de toevoerleiding en valleiding moet met twee bochten van 45° worden uitgevoerd. Er moet een
stabilisatieleiding met een lengte van circa tien keer de diameter van de toevoerleiding worden gepland.
De toevoerleiding moet aanvullend als be- en ontluchtingsleiding naar het dak worden geleid. Als de toevoerleiding meer
dan 10 m (horizontaal) loopt, moet in de buurt van de afscheider een extra be- en ontluchtingsleiding worden aange-
bracht.
Er mogen geen extra aansluitingen op het reservoir worden gemaakt.
Voordat de bouwput wordt opgevuld, moeten de aansluitingen een lektest ondergaan.
In het reservoir mag niet worden geboord!
Er mogen geen extra toevoeren en uitlopen worden aangebracht.
4.6
Lektest
Verwijder de beschermingsmiddelen voor de bouwfase (mogelijk meerdere) van het reservoir.
Monteer de afdichting en vet de lip van de afdichting aan de binnenkant in.
Monteer de opzetstukken.
Vul het reservoir tot de bovenkant van het opzetstuk met schoon water. Houd het schone water voor het vullen in het
reservoir.
Controleer of het reservoir, de aansluitingen en de verbindingsleidingen lekken.
Dicht eventuele lekken.
Monteer na een succesvolle lektest de afdekplaten.
Herhaal het proces voor een eventueel volgend opzetstuk.
4.7
De bouwput opvullen
VOORZICHTIG
Houd vanwege de verkeersveiligheid rekening met de statische belasting. Voor inbouw in een schacht met belas-
tingsklasse D is een lastverdeelplaat van gewapend beton vereist.
Bepaal de vereiste belastingsklasse en statische berekening aan de hand van de omgevings-/gebruiksomstan-
digheden.
Vraag bij de KESSEL-hotline een passend wapeningsplan aan.
Stel het opzetstuk in op de definitieve hoogte (houd rekening met de minimale insteekdiepte en kort het eventueel in).
36 / 86
) aan.
pr
Inbouw- en bedieningshandleiding
016-302_01