D39722886 Issue N
'SYSI' is niet storingsbestendig en men moet hier niet op vertrouwen voor veiligheidskritische
toepassingen.
Opmerking:
Alleen meters die aan en uit kunnen worden gezet, zullen reageren op deze input. Raadpleeg de
meterhandleiding voor meer details.
3.3.8.3
Regeloutputs gebruiken
Regeloutputs voorzien in een manier voor de TIC om externe bronnen te regelen.
Regeling ontluchtingsklep: De output van de ontluchtingsklep kan worden gebruikt voor het regelen van de werking
van een ontluchtingsklep. Het signaal 'Ontluchtingsklep' wordt laag gestuurd om de klep indien nodig te bekrachtigen.
Sluit de positieve voedingsdraad van de ontluchtingsklep aan op '24 V' en de negatieve voedingsdraad op 'Regeling
ontluchtingsklep'. De aarddraad van de ontluchtingsklep moet worden aangesloten op 'Rooster' of een geschikt
alternatief aardingspunt.
De output van de ontluchtingsklep op de logische interface wordt niet aangehouden in het geval van een
stroomstoring. Indien ontluchten van het turbopomp tijdens werking op hoge snelheid ongewenst is, gebruikt
u de output van de ontluchtingsklep van de hulpklemmen. Deze output wordt aangehouden tijdens
een stroomstoring.
Regeling droogwarmelement: De regeling van het droogwarmelement kan worden gebruikt voor het schakelen van
een relais dat stroom kan aanbrengen op het element. De relaiskast heeft een ingebouwd relais voor dit doeleinde
en voorziet in aansluitingen voor het aanbrengen van stroom op het droogwarmelement. Raadpleeg de
instructiehandleiding van de relaiskast voor meer informatie over het aandrijven van een droogwarmelement.
Voor het aandrijven van een relais zonder een relaiskast, sluit u de spoel van een geschikt relais van 24 V aan tussen
'Regeloutput droogwarmelement' (negatief) en 'Voeding positief' (positief).
Regeling hulppomp: De regeling van de hulppomp kan worden gebruikt voor het schakelen van een relais dat stroom
kan aanbrengen op een hulppomp van het net. De relaiskast heeft een ingebouwd relais voor dit doeleinde en voorziet
in een aansluiting waarmee de pomp aan en uit wordt geschakeld. Raadpleeg de instructies voor de relaiskast voor
meer informatie over het aansturen van een hulppomp.
Voor het aansturen van een relais zonder relaiskast, sluit u de spoel van een geschikt relais van 24 V aan tussen
'Output hulppomp' (negatief) en 'Voeding positief' (positief).
Luchtkoeler: De output van de luchtkoeler kan worden gebruikt voor het regelen van de werking van een luchtkoeler.
Het signaal van de luchtkoeler kan laag worden gestuurd om de koeler indien nodig te bekrachtigen. Sluit de positieve
voedingsdraad van de koeler aan op de positieve pool van de voeding en de negatieve voedingsdraad op 'Regeling
luchtkoeler'. De aarddraad van de luchtkoeler moet worden aangesloten op 'Rooster' of een geschikt alternatief
aardingspunt.
3.3.8.4
Statusoutputs gebruiken
Statusoutputs voorzien externe systemen in een manier om te reageren gebaseerd op de huidige status van de TIC.
Analoge output: De analoge output geeft een signaal van 0 V tot 10 V dat kan worden geconfigureerd voor het
weergeven van de systeemdruk, pompsnelheid, enz. Raadpleeg
Om deze output aan te sluiten op een extern systeem, sluit u het 'Analoge outputsignaal' aan op de positieve input
van het systeem en 'Analoge output normaal' op de negatieve zijde.
Instelpunt relais: De outputs van het instelpunt kunnen worden gebruikt voor het koppelen met externe logica of kan
worden gebruikt om relais aan te sturen. Elke output kan worden geconfigureerd in software voor activeren bij een
bepaalde druk of pompsnelheid. Raadpleeg
handmatig worden geregeld. Raadpleeg
Pagina 18
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
Hoofdstuk 4.8
Hoofdstuk 4.15
voor het configureren van deze outputs. Elk relais kan
Hoofdstuk
4.5.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
Edwards en het Edwards logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
voor het configureren van deze output.