D39722886 Issue N
3.3.3
Een actieve meter aansluiten
Sluit geen Barocel-capacitantiemanometers aan op de TIC. Dit wel doen zal leiden tot schade aan de meter en
hierdoor wordt de garantie ongeldig.
Maximaal drie compatibele actieve meters kunnen worden gemonteerd op de meteraansluitingen op het
achterpaneel. Sluit de meters aan met gebruik van actieve meterkabels van Edwards op elk van de drie meterhouders
op de achterkant van de TIC.
Opmerking:
Slechts één AIGX-meter kan tegelijk worden aangesloten op de TIC.
3.3.4
Een turbopomp aansluiten
Pompen zijn niet hotswap-bestendig, tenzij dit uitdrukkelijk wordt vermeld in de handleiding. Voorafgaand aan
het aansluiten of ontkoppelen van een pomp op de TIC, moet u de stroom uitzetten. Dit niet doen kan leiden
tot schade aan de pomp.
De TIC identificeert alleen een aangesloten pomp wanneer de stroom aanstaat.
Een geschikte turbopomp kan worden aangesloten op de aansluiting van de TIC-turbopomp op het achterpaneel.
Sluit de pomp aan op de onderste van de twee 'D'-aansluitingen met 15 richtingen en draai de borgschroeven vast om
ervoor te zorgen dat de aansluiting niet los kan raken.
3.3.5
Een hulppomp aansluiten
Zowel de TIC's van 100 W als die van 200 W kunnen een nethulppomp regelen via de logische interface. Voor details
wordt verwezen naar
Hoofdstuk
De TIC van 200 W kan tevens een geschikte hulppomp aansturen vanaf de tweede pompaansluiting op het
achterpaneel.
Sluit de pomp aan op de bovenste van de twee 'D'-aansluitingen met 15 richtingen en draai de borgschroeven vast om
ervoor te zorgen dat de aansluiting niet los kan raken.
Opmerking:
Voor het regelen van een XDD1-hulppomp van 24 V, moet de pomp worden geconfigureerd voor
'analoge snelheidsregeling'. Zie de instructiehandleiding van de pomp voor details over het
configureren van de pomp voor deze bedrijfsmodus.
Opmerking:
Als u de start/stop-functie van de XDS35i op afstand wilt gebruiken, moet u een 15-wegs D-type
wisselaar op de pomp bevestigen wanneer u de standaard verbindingskabels van Edwards gebruikt.
3.3.6
Een ontluchtingsklep aansluiten
Een ontluchtingsklep kan worden aangedreven vanaf hulpklemmen op de achterkant van de TIC, of vanuit de logische
interface. Voor details betreffende het gebruik van de logische interface voor het regelen van een ontluchtingsklep,
wordt verwezen naar
Hoofdstuk
Opmerking:
Als een DX- of nEXT-pomp moet worden gebruikt, wordt aanbevolen om de ontluchtingsklep aan te
sluiten op de pomp, niet op de TIC-regelaar. Indien twee ontluchtingskleppen nodig zijn, kunnen
zowel de DX- als de TIC-ontluchtingsuitgangen tegelijkertijd worden gebruikt. (zie
Sluit de positieve voedingsdraad van de ontluchtingsklep aan op de klem die is gemarkeerd met 'Vent +', sluit de
negatieve voedingsdraad van de ontluchtingsklep aan op de klem die is gemarkeerd met 'Vent -', en klem de
aarddraad tussen de borgmoeren van de aardstang op de achterkant van de regelaar. Zorg ervoor dat de schroeven
en de borgmoer van de aardklem alle stevig vastzitten.
Pagina 16
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
3.3.8.3.
3.3.8.3.
Edwards en het Edwards logo zijn handelsmerken van Edwards Limited.
© Edwards Limited 2020. Alle rechten voorbehouden.
Tabel
12).