Warmelucht (vochtig)
Deze functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen. Bij het ge‐
bruik van deze functie kan de temperatuur
in het apparaat verschillen van de inge‐
stelde temperatuur. De restwarmte wordt
gebruikt. Het verwarmingsvermogen kan
worden verminderd. Raadpleeg voor meer
informatie het hoofdstuk "Dagelijks ge‐
bruik", opmerkingen op: Warmelucht
(vochtig) .
Boven + onderwarmte
Voor het bakken en roosteren op één
ovenniveau.
Onderwarmte
Voor het bakken van taarten met een kro‐
kante bodem en het bewaren van voedsel.
Hetelucht
Voor het braden van vlees en het bakken
van cakes. Stel een lagere temperatuur in
dan bij koken met boven + onderwarmte,
omdat de ventilator de warmte gelijkmatig
verdeelt in de oven.
Grillen
Om dunne stukken voedsel te grillen en
brood te roosteren.
Circulatiegrill
Voor het braden van grote stukken vlees
of gevogelte met bot op één niveau. Voor
gratineren en bruinen.
Pizza-functie
Om pizza en andere gerechten te bakken
die van onderaf meer warmte nodig heb‐
ben.
7. EXTRA FUNCTIES
7.1 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld om
de oppervlakken van het apparaat koel te
10
NEDERLANDS
Ontdooien
Om voedsel te ontdooien (groenten en
fruit). De ontdooitijd is afhankelijk van de
hoeveelheid ingevroren voedsel en de
grootte daarvan.
De lamp kan tijdens sommige
verwarmingsfuncties automatisch
uitschakelen als de temperatuur onder de
60 °C komt.
6.2 Notities over: Warmelucht
(vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten (volgens EU 65/2014 en
EU 66/2014). Testen in overeenstemming
met: IEC/EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Zie voor bereidingsinstructies het hoofdstuk
'Aanwijzingen en tips', Warmelucht (vochtig) .
Kijk voor algemene aanbevelingen voor
energiebesparing in het hoofdstuk 'Energie-
efficiëntie', Energiebesparingstips.
6.3 Verwarmingsfunctie instellen
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur te selecteren.
3. Draai wanneer het bereiden stopt de
knoppen naar de uit-stand om het
apparaat uit te schakelen.
houden. Als je het apparaat uitschakelt, kan
de koelventilator blijven werken totdat het
apparaat is afgekoeld.