Inhoudsopgave
Advertenties
2.8
Kalibratie HbA1
Met kalibratie worden coëfficiënten voor bewerkingen bepaald (kalibratiecoëfficiënten) voor het corrigeren van
meetresultaten. Gebruik ARKRAY-kalibrator (CALIBRATOR 80, toewijzing van standaardwaarden is gebaseerd op
JCCRM411).
Wanneer is kalibratie nodig
Na installatie van het instrument
Na het vervangen van de kolom
Wanneer het instrument na lange tijd niet te zijn gebruikt
weer wordt gestart
Als de resultaten van de controlemeting HbA1
de verwachte controlewaarden
Als de resultaten van de controlemeting HbA1
verkregen nadat de meetstand is gewijzigd buiten het bereik
voor nauwkeurigheidsregeling vallen
REFERENTIE:
Afwijkingen in de resultaten van de controlemeting kunnen worden gedetecteerd door <Verw. waarden controle>
en <Foutbereik controle> op de juiste waarden in te stellen in het scherm [Instelling meting HbA1c] (zie "3.3.5. De
meetomstandigheden voor HbA1
Kalibreringsmethoden
Kalibreringsmethode
Automatische kalibratie
Instellen door gebr.
opgeg. coëff.
2.8.1
Automatische kalibratie uitvoeren
Draag beschermende handschoenen ter voorkoming van blootstelling aan pathogene
micro-organismen.
Voer gebruikte monsters en beschermende handschoenen af volgens de plaatselijke
regelgeving voor biologisch gevaarlijk afval.
BELANGRIJK:
Lees de bijsluiter die bij de kalibrator wordt geleverd vóór gebruik goed door.
Gebruik het kalibratierek om kalibratie HbA1
Wanneer nodig
afwijken van
C
die zijn
C
instellen" op pagina 3-13).
C
Normale kalibreringsmethode. Het instrument meet twee HbA1
(oplossingen Low en High) en gebruikt de resultaten om automatisch de
kalibratiecoëfficiënten te bepalen. Standaardwaarden van de standaardoplossingen
kunnen als volgt worden ingesteld:
• Getallen invoeren met de numerieke knoppen, of
• De informatiestreepjescodes voor kalibratie tijdens de meting aflezen (bij gebruik van
de geïntegreerde barcodelezer).
Stel coëfficiënten "a" en "b" van de HbA1
de numerieke knoppen.
C
Voer kalibratie HbA1
de eerste keer na de installatie wordt gebruikt.
Er kunnen meetfouten optreden door verschillen
tussen instrumenten of door wijzigingen in
omgevingscondities. Voer kalibratie uit om potentiële
fouten uit te sluiten.
Beschrijving
-correctieformule "Y=aX+b" in met behulp van
C
uit te voeren.
C
2.8
Kalibratie HbA1
Beschrijving
uit voordat het instrument voor
C
-standaardoplossingen
C
HA-8180V
C
2-37
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
