Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Kachel Gebruiken/Aanmaken - Morsø S10-70 Installatie En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

2.0 De kachel gebruiken/aanmaken

Uw kachel heeft op 2 plaatsen luchttoevoer.
Voorverwarmde verbrandingslucht wordt op hoge snelheid via het glazen venster naar de ver-
branding geleid. Dit kan worden geregeld met de hendel boven het deurtje. Wanneer de hendel
naar rechts wordt geduwd, wordt er verbrandingslucht aangevoerd, en de aanvoer wordt ge-
blokkeerd wanneer u de hendel naar links duwt.
Via een andere luchttoevoer wordt er constant voorverwarmde lucht aangevoerd die niet
geregeld kan worden. Deze lucht komt in de verbrandingskamer terecht vlak boven het vuur,
en helpt om de laatste gassen te verbranden die tijdens de verwarming door het hout worden
afgegeven.
Het nominale warmtevermogen van de kachel is 5 kW.
Uw nieuwe Morsø-kachel is EN-getest voor stoken met hout en is geschikt voor regelmatig
gebruik.
BELANGRIJK!
Hout is een materiaal dat veel gas bevat (ongeveer 75%). Deze gassen komen vrij wanneer het
hout aangestoken en verwarmd wordt. Daarom is het belangrijk dat de gassen snel nadat de ka-
chel is bijgevuld ontbranden. Als het hout alleen ligt te smeulen, en met name nadat u pas hout
hebt bijgevuld, ontstaat er veel rookontwikkeling, wat in het ergste geval een explosieve ontbran-
ding van de gassen teweeg kan brengen en uw kachel kan beschadigen.
Om de uit het hout vrijkomende gassen te laten ontbranden en tijdens het hele verbrandings-
proces heldere en constante vlammen te behouden, is het belangrijk dat er altijd de nodige hoe-
veelheid zuurstof (lucht) wordt toegevoerd.
De instelling van de luchttoevoer, de aanmaakmethode en de brandstoftoevoer zijn afhanke lijk
van de trek in de schoorsteen, de wind- en weersomstandigheden, de gewenste warmte, de
brandstof, enz. Dit betekent dat het enige tijd kan duren voordat u de juiste werking van de kachel
in alle situaties kent.
Hoewel u in uw Morsø-kachel met bijna alle houtsoorten kunt stoken, raden wij u aan geen vochtig
of niet opgeslagen hout te gebruiken. Hout moet minimaal 1 jaar maar liever nog 2 jaar onder een
afdak bewaard worden en wel zodanig dat de wind vrij spel heeft. Hout moet zo snel mogelijk na
het vellen van de boom gehakt worden om het droogproces te bespoedigen. Het hout kan gebruikt
worden zodra het vochtgehalte minder dan 20% bedraagt. Tijdens de EN test worden alle houtka-
chels getest met hout met een vochtinhoud van (16 ± 4)%.
Gebruik nooit drijfhout, aangezien dat meestal een hoog zoutgehalte heeft, wat zowel aan de ka-
chel als aan de schoorsteen schade kan toebrengen. Geïmpregneerd en geverfd hout en spaan-
plaat scheiden giftige rook en dampen af en mogen daarom evenmin als brandstof worden ge-
bruikt.
Let op: er mogen geen vloeibare brandstoffen in de kachel worden gebruikt.
Hout met een grotere diameter dan 10 cm moet altijd gekloofd worden.
De stukken hout moeten kort genoeg zijn om plat op de gloeiende laag te kunnen liggen, met lucht
aan beide kanten.
De maximale lengte van de brandstof in de kachel bedraagt 30 cm.
De maximale hoeveelheid brandstof bedraagt ongeveer 2 kg/uur (max. 2 stukken hout wanneer u
hout oplegt).
De eerste paar keer dat u de kachel aanmaakt, mag het vuur niet al te heet worden. Op die manier
kan de hittebestendige verf harden voordat u krachtiger gaat stoken. Tijdens de hardingsfase kan
de verf onaangename rook en geuren verspreiden wanneer de kachel wordt aangemaakt. Dit is
volkomen normaal. Zorg dat de kamer in deze periode goed geventileerd wordt.
D
27

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave