— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Patroon
Steek
46
Zoomsteken
Erfstuksteken, enz.
47
35
Laddersteek
36
Zigzag
sierzoomsteek
Decoratieve steken naaien
37
Decoratieve
steek
38
Serpentsteek
Fagotsteken
Stikken over een open naad heet "fagotsteken". Het
wordt gebruikt op blouses en kinderkleding. Deze steek
is decoratiever wanneer u dikkere draad gebruikt.
a
Vouw met een strijkbout twee stukken stof
langs de zoom.
b
Rijg de twee stukken stof op 4 mm (3/16 inch)
afstand op dun papier of een vel in water
oplosbare steunstof.
Het naaien wordt vergemakkelijkt wanneer u
een lijn trekt door het midden van het dunne
papier of de in water oplosbare steunstof.
a Dun papier of in water oplosbare steunstof
b Rijgsteken
c 4 mm (3/16 inch)
c
Bevestig zigzagvoet "J".
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 41) voor
meer informatie.
116
Toepassing
3
1
2
J
Steekbreedte
[mm (inch)]
Autom
Autom
Handmatig
atisch
atisch
6,0
1,5–7,0
1,6
(15/64)
(1/16–1/4)
(1/16)
5,0
1,5–7,0
1,6
(3/16)
(1/16–1/4)
(1/16)
4,0
0,0–7,0
3,0
(3/16)
(0–1/4)
(1/8)
4,0
0,0–7,0
2,5
(3/16)
(0–1/4)
(3/32)
5,5
0,0–7,0
1,6
(7/32)
(0–1/4)
(1/16)
5,0
1,5–7,0
1,0
(3/16)
(1/16–1/4
(1/16)
32
d
Selecteer steek
• Zie "Steken selecteren" (pagina 72) voor
meer informatie.
e
Stel de steekbreedte in op 7,0 mm (1/4 inch).
• Zie "Steekbreedte aanpassen" (pagina 59)
voor meer informatie.
Zorg dat bij het naaien de persvoet op één lijn
f
staat met het midden van de twee stukken stof.
g
Wanneer het naaien is voltooid, verwijdert u
het papier.
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
Handmatig
1,0–4,0
(1/16–3/16)
N
1,0–4,0
(1/16–3/16)
2,0–4,0
(1/16–3/16)
1,0–4,0
J
(1/16–3/16)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
0,2–4,0
N
(1/64–3/16)
33
of
.