— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Verstevigingssteken
Verstevig plekken waarop spanning komt te staan, zoals mouwgaten, binnennaden en hoeken van
zakken.
Patroon Cijfertoets
Steek
04
Drievoudige
stretchsteek
60
Trenssteek
58
Stopsteek
59
Drievoudige stretchsteken
naaien
Met een drievoudige stretchsteek kunt u mouwen en
binnennaden verstevigen.
a
Bevestig zigzagvoet "J".
• Zie "Persvoet verwisselen" (pagina 41) voor
meer informatie.
04
b
Selecteer steek
• Zie "Steken selecteren" (pagina 72) voor
meer informatie.
c
Begin met naaien.
• Zie "Beginnen met naaien" (pagina 52) voor
meer informatie.
108
Toepassing
Verstevigen van
naden van mouwen
en binnennaden
Verstevigen van de
–
uiteinden van openingen,
zoals de hoeken van zakken
Middelzware stof
–
stoppen
–
Stoppen van dikke stof
J
.
Steekbreedte
[mm (inch)]
Autom
Autom
Handmatig
atisch
atisch
0,0
0,0–7,0
2,5
(0)
(0–1/4)
(3/32)
2,0
1,0–3,0
0,4
(1/16)
(1/16–1/8)
(1/64)
7,0
2,5–7,0
2,0
(1/4)
(3/32–1/4)
(1/16)
7,0
2,5–7,0
2,0
(1/4)
(3/32–1/4)
(1/16)
Trenssteek
Trenssteken worden gebruikt om plekken te
verstevigen die onder spanning staan, zoals hoeken
van zakken en openingen.
Hieronder wordt als voorbeeld beschreven hoe u
trenssteken maakt op hoeken van zakken.
a
Bepaal de gewenste lengte van de trenssteek.
Zet de knoopgeleiderplaat op knoopsgatenvoet "A"
op de gewenste lengte. (De afstand tussen de
markeringen op de persvoetschaal is 5 mm (3/16
inch).)
1
2
a Persvoetschaal
b Lengte trenssteek
c 5 mm (3/16 inch)
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
Handmatig
1,5–4,0
J
(1/16–3/16)
0,3–1,0
(1/64–1/16)
0,4–2,5
A
(1/64–3/32)
0,4–2,5
(1/64–3/32)
3