Hendelinstelling
2
3
Hoogte-instelling
6
Instelling van het onderstel
Om een optimaal slijpresultaat te bereiken, moet het onderstel in zijn positie
worden ingesteld op de huidige schuinte-instelling van het
vloergeleidingsmechanisme en de slijtagesnelheid van de slijpschijf (hoogte
van de slijpsegmenten).
Draai hiervoor de inbusbout (7) bevestigd op de kolom van het
vloergeleidingsmechanisme, met de inbussleutel SW 8 los. Zorg ervoor dat
de slijpschijf op de vloer rust door op de motor te duwen. Controleer nu of de
wielen van het onderstel op de vloer rusten.
Indien nodig, pas de positie van het onderstel aan en zet de schroef vast.
Voor het slijpen in de buurt van de rand,
kan het hendel (2) zijdelings worden
verplaatst.
Maak hiervoor het klemhendel (3) los,
verplaats het hendel naar de linkerkant
en zet het klemhendel vast .
Het vloergeleidingsmechanisme kan
naar behoefte in hoogte en schuinte
worden aangepast.
Maak hiervoor het klemhendel (6) los en
zet het vloergeleidingsmechanisme in
de gewenste stand en zet het
klemhendel vast.
Om de machine in een voertuig te
vervoeren, kan het
vloergeleidingsmechanisme terug naar
de grond worden gekanteld.
Trek eerst de afzuigslang van het
mondstuk op de kap eraf.
43