2440 / 13
31
– Indien de motor voorzien is van een oliebad-
luchtfilter controleer dan tevens of het filter bij
het aanzuigpunt „2" schoon is, en reinig dit zo-
nodig.
5.2.3. Luchtfiltervervuilingsschakelaar
(optie) controleren
Mechanische vervuilingsschakelaar
32
– Laat de motor kort lopen op het maximaal toe-
rental. Als de rubberbalg hierbij inklapt en de
groene ring „1" niet meer zichtbaar is, dient
onderhoud uitgevoerd te worden, Hfdst. 5.4.2.
Bij gebruik in zeer stoffige omstandigheden
dient de rubberbalg meermals per dag gecon-
troleerd te worden.
5.2.4. Waterafscheider kontroleren
Afhankelijk van de brandstofkwaliteit en het al
dan niet zorgvuldig vullen van de brandstoftank,
dient regelmatig gekontroleerd te worden of zich
water in de brandstoftank bevindt.
33
– Zeskantbout „1" ca. 3-4 omwentelingen
oplossen.
– De daarbij uittredende brandstof in een door-
zichtig reservoir (glas) opvangen.
Daar water zwaarder is dan dieselolie, zal eerst
het zich in de brandstof bevindende water uit-
lekken en daarna de dieselolie. Dit is aan een
duidelijke scheidingslijn vast te stellen.
– Lekt alleen nog brandstof uit de tank, dan kan
1
bout „1" weer vastgedraaid worden.
21