4.3. Stoppen van de motor
Toerenverstelling standaard uitvoering
23
– Toerenverstelling „1" tot aanslag STOP terug-
stellen.
Aanwijzing:
Motoren waarbij het laag stationair toerental is
ingesteld kunnen niet met de toerenverstelling
stop gezet worden. Zie hiervoor de Alinea
„Verdere mogelijkheden de motor te stoppen".
Vertande toerenverstelling ( Optie)
24
– Toerenverstelling in „STOP" stand zetten en zo
lang ingedrukt houden tot de motor stil staat.
Verdere mogelijkheden de motor te stoppen
1. Stopmagneet (optie)
25
1
2
3
4
5
26
– Contactslot in stand O zetten. De motor stopt.
(afb. 25 en afb. 26)
16