36
ECC301 Kabelcoatinginstallatie
P/N 213534B
Installatie van de bijvuleenheid PC 80
6. Meet de afstand tussen de luchtaansluiting op de pomp en de
fluïdisatieaansluiting op het voorraadvat.
7. Snij de slangen op lengte om pomp en drukverminderaar/
gefluïdiseerd bed op het T-stuk aan te sluiten.
OPMERKING: Let op de inbouwrichting (zie pijl) van de drukver-
minderaar.
8. Snijd de slang voor het verbinden van Automatic Refill
(aansluitgebied 2, afb. 10) en het T-stuk op lengte en verbind de
beide.
OPMERKING: De instelling af fabriek poederbijvullen is 350 kPa/3,5 bar
(zie Gebruik / Basisinstellingen ).
9. Aard de bijvuleenheid. Daartoe GROUND op de bijvuleenheid en
GND van de installatie (aansluitgebied 3, afb. 10) met een
aardingskabel (2) verbinden.
ECC301
Uitgave 11/01
(vervolg)
E 2001 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden