Presentatie
Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend
kwaliteitsproduct waar u lang plezier van zult hebben.
De krachtoverbrenging vindt plaats via een hydrostatische
versnellingsbak die een variabele snelheidsregeling mogelijk
maakt.
(Rider 112C)
Handrem
De handrem wordt op de volgende wijze aangezet:
1 Druk het parkeerrempedaal in.
2 Druk de vergrendelknop op de stuurkolom in.
3 Laat het parkeerrempedaal opkomen terwijl u de knop
ingedrukt houdt.
Bij Rider 112C bevinden het rempedaal en de
vergrendelknop zich links. (1)
Bij Rider 112C5 bevinden het rempedaal en de
vergrendelknop zich rechts. (2)
De blokkering van de handrem wordt automatisch
uitgeschakeld als het rempedaal wordt ingedrukt.
Gas- en chokehendel
De gasbediening regelt het toerental van de motor en
daarmee ook de rotatiesnelheid van de messen.
De hendel wordt ook gebruikt om de chokefunctie te
activeren. Bij het inschakelen van de chokefunctie krijgt de
motor een rijker mengsel brandstof en lucht, wat makkelijk is
bij koude starts.
12 –
Dutch
PRESENTATIE
1
Snelheidsregeling Rider 112C
De snelheid van de machine wordt traploos geregeld met
twee pedalen. Bij het vooruit rijden wordt pedaal (1) gebruikt
en bij achteruit rijden pedaal (2).
2
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat takken
!
niet bij de pedalen kunnen bij het maaien
onder struiken. Gevaar van ongewenste
beweging.
Maaielement
De machines zijn uitgerust met een Combi-maaidek met 2
messen. Het combi-element verdeelt het maaisel tot
meststoffen, wanneer de BioClip-plug is gemonteerd. Zonder
BioClip-plug werkt het element op dezelfde manier als een
achteruitworpelement.
Hefstang voor het maaielement
De hendel wordt gebruikt om de maaikast in de transport- of
2
maaistand te zetten.
Wanneer de stang naar achteren wordt getrokken zal het
element omhoog gaan en stoppen de messen automatisch
met draaien (transportstand).
Wanneer de hendel naar voren wordt bewogen, gaat het
maaidek omlaag en beginnen de messen automatisch te
draaien (maaistand).
De hendel kan ook worden gebruikt voor het tijdelijk regelen
van de maaihoogte bij bijv. een kleine verhoging in de
grasmat.
1