Inhoudsopgave
Advertenties
9. HET GEBRUIK VAN UW APEX
9.1 INKLAPPEN & UITKLAPPEN
9.1.1 INKLAPPEN
. Verwijder alle zijbeschermingen, spatborden of armleuning
(indien uitgerust).
. Trek aan de vrijgavekabel van de rugleuning achter de zitting
om de rugleuning te ontgrendelen.
. Klap de rugleuning in totdat het op de plaats wordt vergrendeld
in de gesloten stand.
AFB. 1
9.1.2 UITKLAPPEN
WARNUNG
Bij het uitklappen van de rolstoel, moet u uitkijken dat u uw
vingers niet tussen de scharnierpunten plaatst.
. Zorg ervoor dat de rolstoel volledig is geopend voorafgaand aan
overplaatsen of gaan zitten.
. Trek aan de vrijgavekabel van de rugsteun achter de zitting om
de rugsteun te ontgrendelen.
. Klap de rugsteun uit totdat het is vergrendeld in de geopende
stand.
9.2 WIELVERGRENDELINGEN
WAARSCHUWING
Gebruik nooit wielvergrendelingen om beweging van de
rolstoel te stoppen. WIELVERGRENDELINGEN ZIJN GEEN
REMMEN. Zorg ervoor dat het oppervlak niet glad is omdat
de rolstoel kan bewegen, zelfs als de wielvergrendelingen
zijn geactiveerd.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de penvergrendelingen tenminste 3mm zijn
ingebed in het bandrubber wanneer de stoel in de vergren-
delde stand staat. De band moet op de juiste manier worden
opgeblazen.
. Zorg ervoor dat de rolstoel stabiel is en is vergrendeld met
wielvergrendelingen.
. Voor het activeren van de vergrendelingen (Afb. 2), drukt u
de wielvergrendelhendel naar voren (voor type duwenvoor
vergrendelen) of trekt u de wielvergrendeling naar achteren
(voor type trekken-voorvergrendelen) totdat de vergrendeling
volledig is geactiveerd.
. Voor het vrijgeven van de vergrendelingen, trekt u de wielver-
grendelhendel naar achteren (voor type duwen-voorvergren-
delen) of duwt u de wielvergrendeling naar voren (voor type
trekken-voor-vergrendelen) totdat de vergrendeling volledig is
losgekoppeld.
INFORMATIE
Let op: bij eenzijdige wielvergrendeling worden de wielen
slechts aan één kant vergrendeld of ontgrendeld.
Als u deze waarschuwingen negeert of uw rolstoel niet als aangegeven in de handleiding inspecteert of onderhoudt, kunt u vallen, omkantelen of de controle over de rolstoel kwijtraken en uzelf en anderen ernstig verwonden of de
14
rolstoel beschadigen.
AFB. 2
9.3 VOETENSTEUN
9.3.1 DE HOOGTE VAN DE VOETENSTEUN VERSTELLEN
. De Apex is uitgerust met één enkele voetensteunplaat.
. Zorg ervoor dat u alle belasting van de voetplaat verwijdert.
. Maak de bouten rechtsonder en de linker bouten van pen-op-
frame los.
. Verstel de hoogte van de voetplaat binnen de limieten van het
bereik + of - 1'' (2,5 cm).
. Draai de schroeven vast tot het gespecificeerde draaimoment.
. Zorg ervoor dat de voetplaat stevig vast staat.
9.3.2 VOETPLAAT OF OPEN LUS
. Voorkom dat u bij het verplaatsen gewicht op de voetplaat zet
en let op dat u niet achter de voetplaat gaat staan.
. Gebruik nooit voetsteunen om de rolstoel op te tillen.
. Gebruik alleen niet-afneembare onderdelen om de rolstoel op
te tillen.
9.4 ARMLEUNINGEN
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de armsteunen goed vastzitten in de arm-
steunhouders voordat u de rolstoel gebruikt.
. Til de rolstoel nooit op aan de armleuningen.
. Gebruik alleen niet-verwijderbare onderdelen voor tillen.
9.4.1 TERUGKLAPPEN "U" ARMSTEUNEN OPTILLEN
De inklapbare armleuning is niet beschikbaar op de APEX; gebruik
alleen de T-armleuning op de APEX.
9.4.2 VERWIJDERBARE "T" ARMSTEUNEN
Voor het verwijderen van de armleuningen (Afb. 3):
. Activeer de vergrendelingshendel (1) naar achteren om het
systeem te ontgrendelen.
. Trek de armleuning naar boven.
De armleuningen terugplaatsen:
. Breng de armleuningen omlaag totdat de schuif (3) de ontvan-
ger van de armleuning (4) binnengaat en op de plaats klikt.
. Zorg ervoor dat de vergrendelhendel (2) is geactiveerd om
enige beweging te vermijden.
AFB. 3
1
Advertenties
Inhoudsopgave
