FUNKCTIESTICKERS
1.
Power (Aan/Uit)
Aan/uit-indicator. Inschakelknop vindt u op de rechte zijde van het apparaat. Zolang het apparaat aan
staat of is de stand-by mode blijft de controleverlichting groen.
2.
Auto (automatisch proces van het vacumeren)
Nadat u deze Auto knop drukt plaatst u het levensmiddel even in de zak en sluit de deksel en houdt die
voor een paar seconden dicht. Het apparaat doet de rest automatisch. Als het vacumeren en sealen klaar
is gaat de deksel open.
3.
Cancel (onderbreking)
Om alle operaties direct te onderbreken. Apparaat ontbreekt de procedure en begint opnieuw met het
gekozen programma.
4.
Manual (handmatig)
Gebruik bij twee gevallen:
• vacumeren van delicate, zachte en vochtige levensmiddelen (wat volgt nog is om de knop Pulse Vac en
Seal te drukken),
• bij het maakproces van zakken uit de vacuümfolie.
5.
Pulse Vac (pulsvacumeren knop)
Gebruik bij in handmatig mode of bij handmatig vacumeren. Tijdens het gebruik van functie Pulse Vac is
het apparaat aan het vacumeren (d. w. z. de vacuümpomp werkt) en als de functie niet in gebruik is dan
het apparaat werkt niet. De procedure kunt u herhalen zodat u de juiste onderdruk bereikt.
6.
Seal (sealen)
Gebruik in twee gevallen (de beide bij het handmatig vacumeren):
• Bij het maakproces van zakken uit de vacuümfolie.
• Bij de handmatige vacumeerproces.
7.
Marinator (marineren)
Het begin van marineerprogramma in een vacuümdoos. Programma functioneert compleet automatisch
en duurt in totaal 18 minuten lang. Als de controleverlichting uitgegaan is dan is het programma klaar.
Vacuümdoos en marineer-aansluiting zijn toebehoren en zijn apart te koop.
8.
Container (doos)
VVacumeren met Status vacuüm accessoires (vacuümdozen, deksels en vacuüm-karaf) en met de hulp
van een inzetstuk en een vacuümslang. Vacuümprocedure ontbreekt automatisch als de voorgezet on-
derdruk wordt bereikt.
9.
Liquid trap (vloeistofbescherming)
Het controlelampje knippert als het apparaat zuigt de vloeistof vanuit de vacuümzak in de lekbak.
10.
Manometer
Toont de luchtdruk.
COMPONENTEN
11.
Aan/Uit-knop
Zet het apparaat aan zodat u de knop gemarkeerd met 'I' innschakelt.
12.
Dichtingen
Vacuüm- en seal-dichtingen.
13.
Vacuümkamer
In het geval dat de vloeistof van de levensmiddelen in het apparaat leekt stopt het apparaat direct met
vacumeren en het indicatielampje Liquid trap brandt. Reinig de vacuümkamer en dan ga verder met het
vacumeren.
7