6.1
Aansluiten van het toestel
Vanwege beschermingsgraad IPX1D mag het toestel niet worden
geïnstalleerd in de veiligheidszones 1 en 2.
6 0 c m
2
1
Afb. 27 Veiligheidszones
[1]
Veiligheidszone 1, direct boven de badkuip
[2]
Veiligheidszone 2, straal van 60 cm rond badkuip/douche
6.2
Elektrische leidingen (kabels) installeren
OPMERKING
Materiële schade door beschadigde leidingen!
Door verkeerd of in de directe nabijheid van te hete installatiedelen geïn-
stalleerde elektrische kabels kan schade aan de installatie ontstaan.
▶ Beknel elektrische kabels niet.
▶ Alle elektrische kabels door kabeldoorvoeren installeren.
1
Afb. 28 kabeldoorvoeren
[1]
Kabeldoorvoeren voor sensoren, CAN-Bus en EMS-bus
[2]
Kabeldoorvoer voor netaansluiting (230 V)
OPMERKING
Materiële schade door geïnduceerde overspanning!
Verkeerd geïnstalleerde elektrische kabels kunnen door geïnduceerde
overspanningen storingen en schade aan de regelaar veroorzaken.
▶ 230 V-leidingen en laagspanning gescheiden installeren.
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841571 (2022/10)
6 0 c m
2
1
0 010 007 511-001
2
0010029926-002
EMS-BUS en CAN-BUS zijn niet compatibel.
▶ Sluit EMS-BUS-eenheden niet op CAN-BUS-eenheden aan.
De voedingsspanning van het toestel moet op een veilige wijze kunnen
worden onderbroken.
▶ Een afzonderlijke veiligheidsschakelaar installeren, die de binnenunit
compleet spanningsloos schakelt.
▶ Bij een gescheiden voeding is voor elke voedingskabel een afzonder-
lijke veiligheidsschakelaar nodig.
▶ Indien een vast toestel niet met een netkabel en een stekker of andere
middelen voor het uitschakelen van de netvoeding is uitgerust, die op
elke pool een contactopeningsbreedte conform de voorwaarden van
de ovespanningscategorie III voor volledige scheiding hebben:
passende scheidingsinrichting in de vast geïnstalleerde elektrische
installatie inbouwen conform de geldende bepalingen.
▶ Gebruik aderdiameters en kabeltypen conform de betreffende
zekeringen en de installatiewijze.
▶ Monteer de meegeleverde aansluitklemmen op de installatieprintkaart.
▶ Eenheid aansluiten conform het aansluitschema.
Er mogen geen andere verbruikers worden aangesloten.
▶ Bij vervangen van de printplaat de kleurcodering aanhouden.
Gebruik voor het verlengen van de temperatuursensorkabels de
volgende aderdiameters:
• tot 20 m kabellengte: 0,75 bis 1,50 mm
• tot 30 m kabellengte: 1,0 bis 1,50 mm
6.3
Uitvoeren netaansluiting
Standaard is een 2,5 m lange netkabel van het type H05V2V2 F,
2
3 x 1,5 mm
op de klem netaansluiting (afb. 29) aangesloten.
Als alternatief kan een eigen aansluiting met passende kabel worden
uitgevoerd.
▶ Afdekkap afnemen (hoofdstuk 5.3.1, pagina 10).
▶ Installeer de aansluitkabel door de kabeldoorvoer [2] in het toestel.
▶ Breng een vaste netaansluiting tot stand volgens de plaatselijke
voorschriften.
▶ Netaansluiting via de klem netaansluiting (afb. 29, [2])
op de houderplaat uitvoeren.
WAARSCHUWING
Levensgevaar door verkeerd aangesloten elektrische kabels!
De kabels N en L mogen in geen geval worden verwisseld.
▶ Correcte klemverbinding uitvoeren.
▶ Klemverbinding vast aantrekken.
▶ Geen tussenstekkers (steekverbindingen) gebruikt.
▶ Let op de juiste instelling van de potentiometer voor hybride toepas-
sing (P=3 en A=0) conform afb. 29, [1]. Eventueel de aanwijspijl
met een schroevendraaier in de betreffende positie draaien.
Elektrische aansluiting
2
2
19