Onderhoud
8.5.2
Menu: Bijverw. met mengklep
Voer de instellingen voor de externe bijverwarming uit in dit menu. Deze
instellingen zijn alleen beschikbaar, wanneer de installatie overeenkom-
stig is opgebouwd en geconfigureerd en wanneer het gebruikte toestel-
type de betreffende instellingen ondersteunt.
Menupunt
Regelbereik: functiebeschrijving
Aansl. bijverw. met
[230V]: de externe bijverwarming wordt geregeld via een
meng.
aan/uit-signaal.
[0-10 V] De externe bijverwarming wordt geregeld door de
warmtevraag.
Vertragingstijd
[0...120] min: instellen van de vertraging tot het openen
menger
van de mengklep, zodat de externe bijverwarming kan
voorverwarmen.
Mengerlooptijd
[1...120...6000] s: instellen van de looptijd van de meng-
klep voor de externe bijverwarming van ene eindpunt tot
andere.
Logica alarmingang [Open contact] | [Gesloten contact]: instellen, wanneer de
bijverwarming voor het alarm een maakcontact of een ver-
breekcontact heeft.
Buitentemp. paral-
[-20...20] °C: de bijverwarming mag onder de ingestelde
1)
lelbedr
buitentemperatuur in parallelbedrijf starten.
Bival.pnt. parallel-
2)
bedr.
Buitentemp.wissel-
[-20...20] °C: de bijverwarming mag starten en de warm-
1)
bedr.
tepomp is geblokkeerd onder de ingestelde buitentempe-
ratuur (wisselbedrijf).
Bival.pnt. wissel-
2)
bedr.
Bijverwarming
[Ja] | [Nee]: kies, wanneer in de boiler een elektrische bij-
WW-boiler
verwarming is geïnstalleerd. [Ja] betekent dat het kan wor-
den geactiveerd indien nodig.
1) Niet beschikbaar, wanneer als land Duitsland is ingesteld.
2) Alleen beschikbaar, wanneer als land Duitsland is ingesteld.
Tabel 12 Instellingen in het gegevensmenu voor de bijverwarming
8.6
Koelmodus
OPMERKING
Schade aan de binnenunit door condensatie
De binnenunit is niet voor het koelbedrijf onder het dauwpunt bedoeld.
▶ Gebruik de binnenunit alleen voor het koelbedrijf
boven het dauwpunt.
▶ Minimale gewenste aanvoertemperatuur op minimaal 17 °C instellen.
▶ Voer de noodzakelijke instellingen voor de koelmodus uit in het
servicemenu, (handleiding van de bedieningsunit, hoofdstuk
instellingen cv-groep).
8.7
Kamerthermostaat instellen
▶ Kamerthermostaat conform handleiding (separate installatie-/
bedieningsinstructie) monteren.
▶ Kamerthermostaat als afstandsbediening Fb instellen
(separate installatie-/bedieningsinstructie).
▶ Kamerthermostaat als bedieningsunit voor cv-groep 1 instellen
(separate installatie-/bedieningsinstructie).
▶ Instellingen van de kamerthermostaat uitvoeren
(separate installatie-/bedieningsinstructie).
30
9
Onderhoud
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Vóór werkzaamheden aan elektrische onderdelen: de voedingsspan-
ning van de volledige verwarmingsinstallatie over alle polen
(zekering, zekeringautomaat) onderbreken en tegen onbedoeld
herinschakelen beveiligen.
OPMERKING
Vervormingen door warmte!
Bij te hoge temperaturen vervormt het isolatiemateriaal (EPP)
in de binnenunit.
▶ Bescherm bij soldeerwerkzaamheden in de warmtepomp het isola-
tiemateriaal met warmtebestendig materiaal of vochtige doeken.
▶ Gebruik alleen originele reserveonderdelen.
▶ Bestel reserve-onderdelen conform de reserveonderdelenlijst.
▶ Vervang gedemonteerde dichtingen en O-ringen door nieuwe
exemplaren.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Geactiveerde alarmen weergeven
▶ Controleer het alarmprotocol (instructie voor de besturing).
Algemene werkzaamheden
▶ Controleren algemene correcte toestand van de cv-installatie.
▶ Uitvoeren visuele en functiecontrole van de cv-installatie.
▶ Controleer alle leidingen op corrosieverschijnselen en lekkage.
▶ Vervang de aangetaste leidingen.
▶ Controle van de installatie op optredend geluid.
▶ Controleer bij de jaarlijkse inspectie alle regel-, besturings- en veilig-
heidsvoorzieningen op hun goede werking en, voor zover ze ontre-
geld kunnen worden, op hun correcte instellingen.
Werkingscontrole
▶ Functietest uitvoeren ( hoofdstuk 7.3).
9.1
CV-installatie aftappen
Bij het vervangen van hydraulische componenten
(bijvoorbeeld circulatiepomp) moet de cv-installatie worden afgetapt
(hoofdstuk 2.3).
▶ Onderbreek de elektrische voedingsspanning voor de buitenunit,
binnenunit en externe bijverwarming.
▶ Sluit alle ventielen in de cv-installatie.
▶ Sluit alle automatische ontluchters in de cv-installatie.
▶ Debiet over deeltjesfilter onderbreken, eventueel de kogelkraan sluiten.
▶ Sluit een slang op de aftapkraan van de cv-installatie aan,
het andere eind in een afvoer leiden.
▶ Open de aftapkraan.
▶ Wacht, tot er geen water meer de afvoer instroomt.
Wanneer geen water meer uitstroomt, is de binnenunit afgetapt.
9.2
Onderdelen vervangen
▶ Onderbreek de elektrische voedingsspanning voor de buitenunit,
binnenunit en externe bijverwarming.
▶ Cv-installatie aftappen (hoofdstuk 9.1).
▶ Bij het vervangen van temperatuursensor:
let bij de inbouw op de correcte aansluiting (afb. 9.2 en 48).
▶ Onderdeel vervangen (handleiding van het onderdeel).
▶ Cv-installatie vullen en ontluchten (hoofdstuk 7.1).
▶ Voedingsspanning van de binnen- en buitenunit weer herstellen.
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841571 (2022/10)