Elektrische aansluiting
6.7.3
Magneetventiel voor de externe bijverwarming met
debietregeling
Bij gebruik van een externe bijverwarming met debietbewaking
(hoofdzakelijk wandhangende gastoestellen met gering watervolume)
moet in de aanvoerleiding naar de externe bijverwarmings een
magneetventiel worden geïnstalleerd.
Het magneetventiel wordt zodanig geïnstalleerd, dat:
• de start van de cv-pomp van het cv-toestel het ventiel opent
• het stoppen van de circulatiepomp van het cv-toestel het ventiel sluit
Afhankelijk van de gevoeligheid van de debietregeling kan ook een snel
motorventiel worden gebruikt voor het verlagen van het geluidsniveau.
Bij toestellen zonder debietregeling (zoals bijvoorbeeld de meeste
klassieke gaswandtoestellen die op de grond staan) is deze functie niet
vereist.
6.8
Accessoires
6.8.1
EMS BUS
EMS-BUS voor accessoire
Voor accessoires, die op de EMS-BUS wordt aangesloten, geldt het
volgende (zie ook installatie-instructie van de betreffende accessoires):
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd,
moeten deze onderling een minimale afstand van 100 mm hebben.
▶ Wanneer meerdere BUS-eenheden zijn geïnstalleerd,
moeten deze in serie of stervormig worden aangesloten.
▶ Gebruik kabel met een minimale doorsnede van 0,5 mm
▶ Bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fotovoltaïsche in-
stallaties) afgeschermde kabel gebruiken. Aard daarbij de afscher-
ming aan slechts één zijde aan de behuizing (functieaarding).
▶ Sluit de kabel op de installatieprintplaat op aansluitklem
EMS-BUS aan.
Wanneer op de EMS-aansluitklem al een component is aangesloten, de
aansluiting conform afb. 34 op dezelfde klem parallel uitvoeren.
▶ Gebruik aderhulzen, zodat de afzonderlijke aders in het aansluitpunt
vast blijven zitten.
Afb. 34 EMS-BUS-aansluiting op de installatieprintplaat
22
2
.
0010012105-002
Compress Hybrid 3400i AW – 6721841571 (2022/10)