Aan de slag
Wanneer de telefoon helemaal is opgeladen (het
batterijpictogram knippert niet meer), haalt u de
stekker van de adapter uit het stopcontact.
Haal de adapter uit de telefoon.
Symbool batterij bijna leeg
Wanneer de batterij bijna leeg is:
•
hoort u een waarschuwingstoon,
•
wordt een melding gegeven dat de batterij bijna
leeg is, en
•
knippert het batterijsymbool
Als de batterij zo zwak is dat de telefoon niet meer
gebruikt kan worden, wordt het toestel automatisch
uitgeschakeld. In dat geval moet u de batterij weer
opladen.
8
De telefoon aan- of uitzetten
De telefoon
aanzetten
Zet de telefoon niet
aan op plaatsen waar
het gebruik van
mobiele telefoons
verboden is.
De telefoon
uitzetten
Toetsen vergrendelen
U kunt de toetsen vergrendelen, zodat u niet per
ongeluk een toets kunt indrukken.
Houd in de standby-stand [ ] ingedrukt. Om de
.
toetsen te ontgrendelen, drukt u eerst op de linker
functietoets en vervolgens op [ ].
U kunt ook instellen hoe lang het duurt voordat de
toetsen automatisch worden vergrendeld.
1. Houd [
] ingedrukt om de
telefoon aan te zetten.
2. Geef, indien nodig, de
PIN-code in en druk op
<OK>.
Houd [
] ingedrukt.
p. 73