4 Faxen
OPMERKING: Het standaardonderwerp kan door de systeembeheerder worden
ingesteld. Raadpleeg het hoofdstuk Setups (instellingen) in de System Administration
Guide (alleen Engels) voor informatie over de instelling.
Vervolgkeuzemenu voor toetsenbordindeling
Met het vervolgkeuzemenu in de linkerbenedenhoek van het scherm kunt u een
toetsenbordindeling selecteren. U kunt kiezen uit [qwerty], [azerty] en [qwertz].
Vervolgkeuzemenu voor tekensoorten
Met het vervolgkeuzemenu links van de toets [Spatie], kunt u een tekensoort
selecteren. U kunt kiezen uit [abc], [áàä] en [¶ ± ©].
Bericht
Met de toets [Bericht] kunt u een e-mailbericht voor internetfax toevoegen. Informatie
zoals een geautoriseerde naam en adres, het aantal gescande pagina's, het gescande
formaat, een IP-adres en serienummer van het apparaat wordt automatisch aan de
opmerking toegevoegd.
1.
Selecteer [Bericht] op het
scherm [Internetfax].
2.
Voer de opmerking in die aan de
e-mail moet worden
toegevoegd.
Serverfaxbestemmingen aangeven
In dit deel wordt beschreven hoe u bestemmingen via de serverfaxfunctie kunt
opgeven. Raadpleeg het volgende voor meer informatie:
Nieuwe ontvangers – pagina 89
Adresboek – pagina 90
OPMERKING: Wanneer het SMTP-protocol voor de serverfaxfunctie wordt gebruikt,
zijn de e-mailinstellingen die in de mode Systeembeheer zijn geconfigureerd, van
toepassing op faxen die via serverfax worden verzonden. De volgende e-
mailinstellingen zijn echter niet van toepassing bij serverfax: [Leesbevestigingen],
[Antwoord aan], [Codering] en [Digitale handtekening].
1.
Zorg ervoor dat de serverfaxfunctie is ingeschakeld.
2.
Druk op de toets <Alle functies> op het bedieningspaneel.
3.
Selecteer [Faxen] op het
scherm Alle functies. Selecteer
het tabblad [Faxen] als dit
tabblad nog niet wordt
weergegeven.
88