Faxbestemmingen aangeven
In dit deel wordt beschreven hoe u met de faxfunctie de bestemmingen kunt aangeven.
Raadpleeg het volgende voor meer informatie:
Nieuwe ontvangers – pagina 79
Adresboek – pagina 82
Voorblad – pagina 84
1.
Zorg ervoor dat de faxfunctie is ingeschakeld.
2.
Druk op het bedieningspaneel
op de toets <Alle functies>.
3.
Selecteer [Faxen] op het scherm
Alle functies. Selecteer het
tabblad [Faxen] als dit tabblad
nog niet wordt weergegeven.
OPMERKING: U kunt vanaf ieder tabblad met de cijfertoetsen of de toets
<Snelkiezen> op het bedieningspaneel bestemmingen opgeven.
OPMERKING: Als u na het opgeven van een ontvanger nog een ontvanger wilt
toevoegen, kunt u de cijfertoetsen of de toets <Snelkiezen> op het bedieningspaneel
gebruiken. Ook kunt u de toets [+ Toevoegen] of [Adresboek] op het scherm [Faxen]
gebruiken.
OPMERKING: Als u een ontvanger uit de lijst met ontvangers wilt verwijderen of als u
de gegevens van een ontvanger in de lijst wilt bekijken, selecteert u de ontvanger op
het aanraakscherm om een pop-upmenu weer te geven. Selecteer de gewenste optie
vervolgens in het weergegeven menu.
Nieuwe ontvangers
Met behulp van deze toepassing kunt u een of meer faxbestemmingen invoeren via het
toetsenbord op het scherm.
1.
Selecteer [Nieuwe ontvangers]
op het scherm [Faxen].
2.
Selecteer de toetsen op het
scherm om de benodigde
informatie in te voeren.
3.
Selecteer [Sluiten].
+ Toevoegen
Hiermee kunt u een nieuw adres invoeren. Het maximumaantal bestemmingen dat u
tegelijkertijd kunt aangeven, bedraagt 200.
Toon (:)
Schakelt tussen pulskiezen en toonkiezen.
Shift
Schakelt tussen hoofdletters en kleine letters.
Faxbestemmingen aangeven
79