2 Productoverzicht
Bedieningspaneel
In het volgende schema worden de namen en functies van de toetsen op het
bedieningspaneel getoond.
1
Nr.
Toets
1
Draaiknop Helderheid
2
Aanraakscherm
3
Toets <Aan-/afmelden>
4
Cijfertoetsen
5
Toets <Taal>
6
Toets/lampje
<Energiespaarstand>
7
Toets <Alles wissen>
8
Toets <Onderbreken>
9
Toets <Stop>
30
2
17
16 15
Gebruik deze draaiknop om het contrast van het aanraakscherm aan te
passen.
Geeft berichten en schermtoetsen voor de verschillende toepassingen
weer. Raak het scherm aan om de toepassingen te openen.
Het aanmeldscherm verschijnt als u de mode Systeembeheer wilt openen
of wanneer de toepassing Verificatie/accountadministratie is ingeschakeld.
Als u na het aanmelden nogmaals op deze toets drukt, wordt u meteen
afgemeld.
Druk op deze toetsen om het aantal kopieën, toegangscodes en andere
numerieke waarden in te voeren.
Hiermee kan de taal op het aanraakscherm worden gewijzigd.
Wanneer het apparaat een bepaalde tijd niet wordt gebruikt, wordt
automatisch op de energiespaarstand overgeschakeld om stroom te
besparen. Dit lampje gaat branden wanneer het apparaat in de
energiespaarstand staat. Als u deze stand wilt verlaten, drukt u op deze
toets.
Druk twee keer op deze toets om de status van alle functies weer op de
standaardinstellingen terug te zetten. Het apparaat keert na inschakelen
terug naar de standaardinstellingen.
Druk op deze toets om een kopieer- of afdrukopdracht tijdelijk te
onderbreken en een hogere prioriteit aan een andere opdracht te geven.
Deze toets licht op terwijl de opdracht met prioriteit wordt verwerkt. Druk als
de opdracht met prioriteit is voltooid, op deze toets om door te gaan met de
onderbroken opdracht.
Druk op deze toets om een opdracht stop te zetten. Wanneer er meerdere
opdrachten worden verwerkt, worden alle opdrachten via deze toets
stopgezet. De opdrachten kunnen worden geannuleerd door in het scherm
Opdrachtstatus op [Stop] te drukken.
5
3
4
12
11
14
13
Functie
6
7
8
9
10